In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten een glaucoomoperatie te laten uitvoeren. In dit informatieblad vindt u alles wat voor u van belang is in verband met deze ingreep.
Wat is glaucoom?
In het oog wordt inwendig oogvocht aangemaakt voor de voeding van het hoornvlies en de lens. Dit vocht heet kamerwater en heeft niets te maken met het uitwendige traanvocht. Het kamerwater verlaat het oog ongemerkt via een afvoer die zich bevindt op de grens van het oogwit en het gekleurde deel van het oog, de iris. Als dit afvoersysteem (trabekelsysteem) minder goed werkt, kan het kamerwater moeizaam weg en neemt de druk in het oog toe. De oogzenuw raakt daardoor langzaam maar zeker beschadigd. Uiteindelijk merkt u dit doordat er stukken uit het beeld (gezichtsveld) verdwijnen.
Hoewel glaucoom niet te genezen is, kan het voortschrijden van de ziekte met succes worden bestreden.
Voorbereiding
Allereerst heeft u een gesprek met de oogarts. In dat gesprek wordt vastgesteld of de ingreep onder plaatselijke verdoving of onder narcose zal plaatsvinden. Ook wordt bekeken of de operatie in dagbehandeling plaatsvindt of dat u opgenomen wordt. In het laatste geval blijft u meestal één nacht in het ziekenhuis slapen.
Als u bloedverdunners gebruikt, stelt u de oogarts daarvan in het gesprek op de hoogte. Het is belangrijk dat het gebruik van bloedverdunners voorafgaand aan de operatie wordt gestaakt. Hoeveel dagen hangt af van de soort bloedverdunners.
Als u samen met uw oogarts besloten heeft dat u geopereerd zult worden, wordt u om te beginnen verwezen naar de afdeling opname om u daar in te schrijven. Gewoonlijk wordt de ingreep binnen enkele weken gepland, afhankelijk van de urgentie.
Als de behandeling onder narcose plaatsvindt, krijgt u ook een oproep van de afdeling anesthesiologie voor een algemene lichamelijke screening.
Ongeveer een week voor de operatie wordt u nogmaals opgeroepen voor een laatste consult bij de oogarts. In dit consult wordt de oogdruk gemeten en wordt bekeken of er nog aanvullende maatregelen nodig zijn voor de operatie, bijvoorbeeld extra oogdruppels of tabletten.
De operatie
Op het afgesproken tijdstip meldt u zich in het Maastricht UMC+.
Vindt de operatie in dagbehandeling plaats, dan meldt u zich aan de balie van de polikliniek Oogheelkunde op niveau 3 van de Oogtoren. Dit is het Dagcentrum van de Universiteitskliniek voor Oogheelkunde Maastricht UMC+. Wordt u opgenomen, dan meldt u zich op verpleegafdeling C2.
Er zijn verschillende microchirurgische technieken om glaucoom te bestrijden. In het Maastricht UMC+ wordt meestal een trabeculectomie uitgevoerd of een Baerveldt implantaat aangebracht.
Wanneer zich na de operatie thuis problemen voordoen, neem dan contact met ons op.
Trabeculectomie
Bij een trabeculectomie wordt op de grens van het oogwit en de iris een kleine afvoer gemaakt. Deze afvoer heeft de vorm van een luikje. Het luikje wordt gemaakt in het oogwit zelf, waarna het doorzichtige bindvlies weer over het luikje wordt gehecht. Het inwendige oogvocht of kamerwater kan makkelijker weglopen via dit luikje en komt uiteindelijk in de bloedbaan terecht. Als gevolg van de ingreep vormt zich een vochtblaasje onder het bovenooglid. Als het oog eenmaal genezen is, wordt dit meestal nauwelijks meer gevoeld.
De operatie duurt ongeveer 45 minuten.

Baerveldt implantaat
Een Baerveldt implantaat bestaat uit en buisje en een siliconen plaatje. Het buisje wordt in het oog geplaatst om het kamerwater af te voeren. Het vocht loopt via het siliconen plaatje onder het bindvlies van het oog, waar het weer in de bloedbaan wordt opgenomen. Als gevolg van de ingreep vormt zich ook een vochtblaasje onder het bovenooglid. Als het oog eenmaal genezen is, wordt dit meestal nauwelijks meer gevoeld.
De operatie duurt ongeveer een uur.

Mogelijke complicaties
In het begin kan de oogdruk te hoog of te laag zijn. Dit kan doorgaans bijgestuurd worden door de medicatie aan te passen of - bij trabeculectomie – poliklinisch hechtingen uit het flapje te laseren. Als de oogdruk gevaarlijk laag is, kan een dikke vloeistof in het oog gebracht worden. Ook dat kan poliklinisch.
Bij een aantal patiënten stijgt de oogdruk na verloop van tijd soms weer. Dan kan een nieuwe operatie noodzakelijk zijn. Ook kan na verloop van tijd de oogdruk te laag worden, vaak omdat het vochtblaasje te dun wordt of te hard werkt. Ook dan kan een nieuwe ingreep noodzakelijk zijn.
Bij een meerderheid van de patiënten treedt na een glaucoomoperatie versneld staar op. Vaak is er dan ook in tweede instantie nog eens een staaroperatie nodig.
Zeer ernstige complicaties zoals bloedingen achter in het oog of infecties zijn gelukkig zeer zeldzaam. Als ze optreden, kunnen ze echter wel tot blijvend verlies van gezichtsvermogen leiden.
Weer thuis
Na glaucoomoperaties is intensieve nazorg nodig. In de eerste zes weken na de operatie moet u minstens een keer per week voor controle naar het ziekenhuis komen – soms vaker. Dit is nodig om de oogdruk en de genezing van het oog goed in de gaten te houden.
Het kan zijn dat u enkele dagen tot weken na de operatie medicijnen moet gebruiken. Zeker bij een Baerveldt implantaat is het vaak nodig om blijvend oogdruk verlagende druppels te gebruiken, om de oogdruk mooi laag te houden. Na de operatie wordt u in elk geval zes weken, maar vaak langer, behandeld met ontstekingsremmende druppels.
De gezichtsscherpte is na een glaucoomoperatie verminderd omdat het oog van de operatie moet genezen. Ze herstelt langzaam weer, maar dit kan weken en soms maanden duren.
Houd dus rekening met veelvuldige controles en plan geen vakanties vlak na een glaucoomoperatie!
Controles blijven levenslang nodig. Als het oog goed is hersteld, vinden deze meestal twee keer per jaar plaats.
Contact
Als u na het lezen van dit informatieblad nog vragen heeft, neem dan contact met ons op.
Polikliniek Oogheelkunde: 043 - 387 68 00
op werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur
Spoed Eisende Hulp (SEH): 043 - 387 67 00
na 17.00 uur en in het weekend
Vraag naar de dienstdoende oogarts.