


Folder
ICD: de implantatie van een S-ICD
Subcutane Implanteerbare cardioverter defibrillator
(S-ICD)
Met uw behandelend arts heeft u besloten om een S- ICD te laten plaatsen. Een andere naam voor S- ICD is een Subcutane implanteerbare cardioverter defibrillator. In dit blad Informeren wij u over deze ingreep.
Voorbereiding
U krijgt een afspraak bij de polikliniek Hart+Vaat Centrum thuis gestuurd. U hebt een gesprek met een cardioloog die gespecialiseerd is in hartritmestoornissen en inplanteerbare cardioverter defibrillators (ICD’s). Daarna spreekt u met de ICD-verpleegkundige. Beiden geven u uitleg over de implantatie en het leven met uw ICD. U vindt het Hart en Vaat Centrum op niveau 1. Volg route 5 – 1 blauw.
Tijdens deze afspraak kan het zijn dat er bij u enkele onderzoeken worden gedaan of worden afgesproken bijvoorbeeld:
- ECG (hartfilmpje);
- lichamelijk onderzoek;
- hart-longfoto;
- bloed controle;
- MRI van het hart (als dit nodig is).
Het is belangrijk dat u meldt als u:
- allergisch bent voor bijvoorbeeld antibiotica, andere geneesmiddelen, contrastvloeistof of jodium;
- bloedverdunners gebruikt of recent gebruikt heeft;
- koorts heeft boven de 38 graden Celsius;
- minder dan drie weken vóór de ingreep ziek bent geweest;
- huiduitslag of wondjes ter hoogte van het operatiegebied heeft (rond het linker sleutelbeen);
- zwanger bent of zou kunnen zijn;
- u minder dan één jaar geleden opgenomen bent geweest in een buitenlands ziekenhuis.
Ongeveer een week voor de implantatie belt de ICD-verpleegkundige u en informeert of er nog vragen zijn over de ingreep. Voor de ingreep krijgt u ook een afspraak bij polikliniek Anesthesie.
De opname
Op het afgesproken tijdstip meldt u zich op verpleegafdeling D4, niveau 4.
- Was of douch u thuis grondig en was ook uw haren.
- U moet nuchter blijven, dit betekent dat u de dag vóór het onderzoek vanaf 23:00 uur niet meer mag eten of drinken.
- Uw ochtendmedicatie (die in overleg aangepast kan zijn) mag u innemen met een slokje water.
Op de afdeling krijgt u een infuusnaaldje ingebracht, waardoor u kort voor de ingreep antibiotica krijgt toegediend.
De ingreep
De ingreep duurt ongeveer een half uur en zal onder algehele anesthesie gebeuren, u slaapt dus tijdens de ingreep. De ICD wordt ongeveer 15 centimeter onder de oksel geplaatst. De elektrode wordt onderhuids vanaf de ICD onder de linker borst door, 15 centimeter langs het borstbeen omhoog geschoven.
Als de ICD is ingebracht, wordt hij getest. Bij het testen wordt er in het hart ventrikelfibrilleren (kamerritmestoornis) opgewekt en wordt er gekeken of de ICD zijn werk goed doet.
Als dit bij uitzondering niet het geval blijkt te zijn, wordt er meteen ingegrepen met een externe defibrillator. Als de ICD test goed is, wordt de wond gehecht met onderhuidse hechtingen die vanzelf oplossen.
Na de ingreep gaat u nog even naar de uitslaapkamer. Als u weer voldoende wakker bent, wordt u teruggebracht naar de afdeling. De wond wordt gecontroleerd en u krijgt pijnstilling. Het advies is de eerste vier uur in bed te blijven, naar het toilet gaan mag, maar wel onder begeleiding. Als u niet misselijk bent, mag u eten en drinken en wordt het infuusnaaldje verwijderd. Merkt u afwijkingen of een bloeduitstorting bij de wond, meld dit dan bij de verpleging.
De dag na de ingreep
Op de afdeling controleert de verpleging het wondje. U krijgt , als dat nodig is, pijnstilling. De ICD wordt gecontroleerd en ingesteld op de polikliniek Hart+Vaatcentrum door de ICD-technicus. De afspraak voor een poliklinische ICD- en wondcontrole na ongeveer twee weken krijgt u thuis gestuurd. Uw ICD-pas krijgt u ook thuisgestuurd.
Weer thuis
De eerste periode na de ingreep is het operatiegebied misschien nogk blauw en pijnlijk. Hiervoor mag u drie keer per dag 1000 milligram paracetamol nemen (om de zes uur) en eventueel een extra paracetamol in de nacht.
De dag na de implantatie
- U mag nog niet douchen of in bad.
- Controleer de wond op het lekken van en of er rond de wondstreek zwelling ontstaat.
- Bij forse toename van zwelling of forse wondlekkage, neemt u contact op met de ICD verpleegkundige of de Eerste Hart Hulp (EHH).
- Bloeduitstortingen kunnen voorkomen, maar deze verdwijnen soms pas na enkele weken.
Vanaf dag 2
- Als de wond droog is, mag u douchen. Gaat u in bad, zorg dan dat de wond droog blijft.
- Was de wond niet met zeep, alleen afspoelen met water en daarna droog deppen met een gaasje of een schone handdoek.
- Als er geen bloed of vocht meer lekt uit de wond, hoeft er geen pleister meer op.
De wond
Laat de pleister niet langer dan vijf dagen op de wond zitten. Gebruik geen olie, lotion of crèmes op de wond totdat de wond volledig is genezen.
De wond wordt gehecht met onderhuidse, zelf oplosbare hechtingen. Als er toch een hechting zichtbaar is op de huid dan wordt deze bij de eerste controle verwijderd.
Soms brengt de cardioloog na de implantatie hechtpleisters aan op de wond, u mag hier mee douchen. Als de hechtpleisters er na een week na de ingreep nog opzitten, mag u deze er zelf afhalen.
Na ontslag vragen wij u de wond te controleren op volgende symptomen:
- toename van roodheid en warm aanvoelen van de wondstreek;
- toename van zwelling ter hoogte van de ICD;
- heochtt lekken vanv uit de wond;
- erge (toename van) aanhoudende pijn;
- lichaamstemperatuur van boven 38 graden Celsius.
Als u deze symptomen opmerkt, moet u meteen contact opnemen met de ICD verpleegkundige 043 - 387 27 27 tijdens kantooruren of de EHH 043 387 78 92 buiten kantooruren.
Poliklinische controles
Ook al voelt u niets van de werking van uw ICD, het apparaat functioneert voortdurend. De ICD controleert uw hartritme en registreert dit. De controle van de ICD is daarom een belangrijk deel van de behandeling. Door deze controle kunnen wij zien of de ICD nog goed functioneert. Volg onderstaande adviezen op tot de eerstvolgende ICD controle.
- U mag zich nog niet maximale inspannen, wel rustig wandelen en na twee weken fietsen.
- Zes weken niet zwaar tillen.
- Ga nog niet zwemmen, tennissen, golven of iets dergelijks.
- Tot de eerste controle mag u niet gaan werken. Bespreek met uw cardioloog wanneer dit wel kan.
- U mag een bepaalde periode, twee weken of twee maanden niet auto rijden Dit is afhankelijk waarom u een ICD heeft gekregen .
De eerste poliklinische controle is twee weken na de implantatie bij de ICD-technicus op het Hart + Vaat Centrum. De volgende technische controle is na zes maanden of eventueel na twee maanden. Als het nodig is, wordt u tijdens deze controle ook door een cardioloog of de ICD verpleegkundige gezien.
Zorg ervoor dat u precies weet welke medicatie en dosering u neemt. Dit om de instelling van de ICD zo goed mogelijk aan te kunnen passen voor een zo goed mogelijke behandeling. Tijdens de controles bekijkt de ICD-technicus de instellingen van de ICD, de kwaliteit van de elektrode en de levensduur van de batterij. Ook wordt het geheugen van de ICD uitgelezen. Daarnaast gaat u regelmatig bij uw eigen cardioloog op controle.
Mogelijke complicaties
Zoals bij alle chirurgische ingrepen kunnen bij de implantatie van een ICD ook complicaties ontstaan zoals:
- Bloeduitstortingen.
- Infecties.
- Aantasting van de zenuwen.
- Het slecht verdragen van de opgewekte ritmestoornis.
Op langere termijn kunnen ook complicaties ontstaan:
- Een drukplek ter hoogte van de pocket (ruimte onder de huid waarin de ICD ligt).
- Slechte doorbloeding van de huid ter hoogte van de ICD. De ICD verschuift onderhuids.
- Onterechte ICD-therapie; dit betekent: schock(en) die word(en) afgegeven terwijl dit niet nodig is, er is dan geen dodelijke ritmestoornis. Dit kan gebeuren door de invloed van bepaalde apparatuur of omdat de ICD een ritme niet goed interpreteert.
- De batterij is snel leeg en/of een onderdeel van de ICD doet het niet meer.
- Ontwikkelen van psychische problemen door ICD-therapie.
Contact
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, neem dan contact met ons op.
ICD verpleegkundige
043-387 27 27 (tijdens kantooruren)
E-mail pm.icdverpleegkundige
hvc@mumc.nl
vermeld uw geboortedatum en naam bij mail
Behandelend cardioloog
043-387 27 27 via het Hart +Vaat Centrum
Eerste Hart Hulp
043- 387 78 92
Planbureau Hart en Vaat Centrum
043-387 52 64 bij vragen over datum ingreep