MUMC

Folder

Combat blaasspoelingen

Behandeling bij blaaspoliepen

Uw behandelend uroloog heeft met u de mogelijke behandeling besproken in verband met poliepen in uw blaas. Deze poliepen zijn kwaadaardig maar blijven doorgaans beperkt tot het slijmvlies in de blaas. Met een kleine operatie via de plasbuis worden deze geheel verwijderd.

Vaak keren deze poliepen na het verwijderen weer terug met het risico dat ze verder de blaaswand ingroeien. Blaasspoelingen met cytostatica ( chemo of tumorcel dodende geneesmiddelen) kunnen de kans op terugkeer van de poliepen verkleinen. Het aantal spoelingen kan variëren van wekelijks tot maandelijks, afhankelijk van de aard van de poliep en hoe vaak deze terugkeert.

De uroloog bekijkt samen met u welke behandeling het beste is. In dit blad krijgt u informatie over de Combat blaasspoelingen.

Combat

Bij Combat wordt de blaas gespoeld met cytostatica die wordt verwarmd en de blaaswand geheel verwarmd (hyperthermie) tot 43 graden. De cytostatica remmen de celgroei omdat ze de celdeling blokkeren. Hierdoor kunnen de kwaadaardige cellen zich niet meer vermenigvuldigen. De combinatie van warmte en cytostatica zorgt voor een maximale effectiviteit. Cytostatica die gebruikt kunnen worden bij een Combat behandeling zijn: mitomycine of epirubicine.

Mitomycine of epirubicine die als blaasspoeling worden gebruikt beperken zich tot de blaas. Ze komen niet in de bloedbaan terecht waardoor bijwerkingen als haaruitval en misselijkheid niet voorkomen.

Combat

Voorbereiding

Voordat de blaasspoeling start legt de (oncologie) verpleegkundige u precies uit wat er gaat gebeuren. Om zo weinig mogelijk verdunning van de cytostatica te krijgen adviseren wij u om de avond en ochtend voor de behandeling zo min mogelijk te drinken. U mag wel de medicatie met water innemen, behalve de plasmedicatie. U hoeft niet nuchter te zijn.

Behandeling

De behandeling duurt ongeveer 75 minuten. De verpleegkundige verdooft uw plasbuis door een gelei in te spuiten. Daarna brengt de verpleegkundige een speciale katheter in. Deze katheter gaat via de plasbuis de blaas in. Deze katheter sluiten we aan op het Combat apparaat.
Hierdoor ontstaat:

  • gelijkmatige verwarming van de blaaswand;
  • controle van de temperatuur met behulp van sensoren die ervoor zorgen dat de temperatuur constant blijft;
  • circulatie van de verwarmde cytostatica in en uit de blaas.

Via de katheter brengen we de cytostatica in de blaas. Deze blijven gedurende 30 minuten in de blaas op een temperatuur van 43 graden.

Na 30 minuten vervangen we deze voor nieuwe cytostatica die dan ook weer 30 minuten op 43 graden in de blaas blijven. Daarna wordt de cytostatica via de katheter verwijderd en wordt de katheter uit uw blaas gehaald.
Indien u op het moment van de behandeling een blaasontsteking heeft, wordt de behandeling uitgesteld.

Na de behandeling

  • Is het belangrijk dat u veel drinkt om een infectie te voorkomen. Wij adviseren u om minimaal 1,5 tot 2 liter vocht te drinken.
  • U zult wat meer aandrang voelen om te plassen en het plassen kan een branderig gevoel geven.
  • Er kan wat bloed bij de urine zitten.
  • Soms kan een allergische reactie optreden in de vorm van huiduitslag.

Deze bijwerkingen verminderen doorgaans na twee of drie dagen. Door veel te drinken verdwijnen de bijwerkingen vaak sneller.
Krijgt u na of binnen enkele dagen na de blaasspoeling koorts boven de 38,5 ̊C, of kunt u niet meer plassen, neem dan direct contact op met de poli Urologie (tussen 8:30 uur-17:00 uur) en daarbuiten met de Spoedeisende Hulp (SEH).

We raden u aan om de eerste twee dagen na de behandeling zittend te plassen om de resten van de cytostatica zo veilig mogelijk uit te plassen. Voordat u het toilet doorspoelt, moet u eerst de toiletdeksel omlaag doen.

Als u tijdens het plassen morst, moet u het toilet goed schoonmaken met PH-neutrale zeep. De gemorste plas kan namelijk sporen van de blaasspoeling bevatten en zo overgedragen worden op andere personen.

Met urine besmette kleding en ondergoed kunnen gewoon in de was.

Controle

Om het effect van de spoelingen te controleren, kijkt uw uroloog in het eerste jaar na de verwijdering van de poliepen regelmatig in uw blaas (cystoscopie). Zijn er na één jaar controle geen poliepen teruggekomen, dan is de kans dat u poliepvrij blijft toegenomen. Maar ook na jaren kunnen poliepen opnieuw terugkomen.
Het aantal keren dat uw uroloog in de volgende jaren uw blaas zal controleren, wordt met u afgesproken. Daarnaast wordt uw urine regelmatig onderzocht. Met dit onderzoek kan de arts een blaasontsteking of kwaadaardige cellen vaststellen.
Als bepaalde spoelingen bij u niet helpen, kan overgeschakeld worden op een ander type behandeling. Ook dit wordt met u besproken.

Geslachtsgemeenschap

Wij raden u aan op de dag van de spoeling géén geslachtsgemeenschap te hebben. De dag na de blaasspoeling is geslachtsgemeenschap toegestaan. Gebruik wel een condoom. Dit is nodig tot één week na de blaasspoeling. Dit geldt zowel als de behandeling bij een man als bij een vrouw heeft plaats gevonden.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u deze altijd stellen aan de verpleegkundige of uw arts op de polikliniek.

Contact

Heeft u persoonlijke en/of dringende vragen neem dan contact met ons op.

Polikliniek Urologie
043-387 74 00 op werkdag van0 8:30uur tot 17:00 uur.

Spoedeisende Hulp (SEH)
043 - 387 67 00 buiten kantooruren en in het weekend.

 

Laatst bijgewerkt op 5 april 2024. Bekijk de meest actuele versie van deze folder op: info.mumc.nl/pub-1089