U heeft een chronische alvleesklierontsteking.
In deze folder leest u meer over deze ontsteking en welke controles u krijgt op de polikliniek.
Waar zit de alvleesklier?
De alvleesklier ligt bovenin de buik, achter de maag. Dit orgaan is meestal ongeveer 10 centimeter lang, 4 centimeter hoog en 1 centimeter diep. Het medische woord voor alvleesklier is pancreas.
Wat doet de alvleesklier?
De twee belangrijkste dingen die de alvleesklier doet, zijn:
- spijsverteringssappen maken
- de bloedsuikerspiegel regelen
De alvleesklier maakt alvleeskliersap. Het alvleeskliersap zorgt er samen met maagzuur en gal voor dat het eten in de darm in kleine deeltjes wordt ‘geknipt’. Daardoor kan de voeding door de darmwand worden opgenomen in het bloed.
De alvleesklier maakt ook de hormonen insuline en glucagon. Die hormonen regelen de bloedsuikerspiegel.
Hoe weten we dat u een chronische alvleesklierontsteking heeft?
We stellen de diagnose chronische alvleesklierontsteking als iemand een of meerdere van de volgende dingen heeft:
- littekenweefsel dat te zien is op een scan
- afwijkingen in bloedonderzoek of poeponderzoek die horen bij een chronische alvleesklierontsteking
- pijn die hoort bij een alvleesklierontsteking
Wat is de oorzaak van een chronische alvleesklierontsteking?
Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor een chronische alvleesklierontsteking:
- overmatig alcoholgebruik
- roken
- medicijnen
- problemen met vethuishouding
- steentjes in de afvoergang van de alvleesklier
- erfelijkheid: uw (groot)ouder heeft of had het ook
- auto-immuun alvleesklierontsteking. Hierbij vallen de eigen afweercellen de alvleesklier aan.
- redelijk milde ontstekingen die steeds terugkomen
Soms weten we écht niet wat de oorzaak is. Dan noemen we het een idiopathische alvleesklierontsteking.
Wat zijn de gevolgen van een chronische alvleesklierontsteking?
Bij een chronische alvleesklierontsteking kunt u last krijgen van:
- een minder goede spijsvertering
- een minder goede bloedsuiker-huishouding
- blijvende pijn aan de alvleesklier
- psychische problemen
Minder goede spijsvertering
Werkt uw spijsvertering minder goed of werkt deze helemaal niet meer? Dan wordt uw voeding niet meer goed opgenomen door de darmwand.
U kunt hierdoor vetdiarree krijgen. Dan ziet uw poep er geel-grijs uit en ruikt het anders dan eerst. De poep blijft plakken aan de wc-pot en er drijft olie op het spoelwater.
Ook kan het gebeuren dat u de voedingsstoffen niet goed opneemt en dat u afvalt in gewicht. We kunnen dit zien via bloedonderzoek. We zien dan in het bloed tekorten aan stoffen zoals ijzer, vitamine D en eiwit. Daarom vragen we bij elke controle naar uw gewicht en poep. Ook doen we elk jaar een bloedonderzoek naar minimaal ijzer, vitamine D en eiwit.
Verder laten we de poep nakijken op het eiwit elastase. Omdat alleen de alvleesklier elastase maakt, kunnen we hieraan zien hoe goed de alvleesklier werkt.
Is het elastase te laag? En zijn er afwijkingen in het bloed die horen bij een chronische alvleesklierontsteking? Dan heeft u een exocriene pancreasinsufficiëntie. Verderop in deze folder leest u wat daarvoor de behandeling is.
Minder goede bloedsuiker-huishouding
Als uw bloedsuiker-huishouding minder goed werkt, dan heeft u een bepaald type suikerziekte gekregen. Dit type suikerziekte is anders dan type 1 en type 2 (‘ouderdomssuiker’). We noemen het soms ‘type 3’, maar officieel heet het ‘overig’. De meeste huisartsen hebben te weinig kennis en ervaring met het behandelen van dit type suikerziekte. Daarom verwijzen we u naar een internist die daarin expert is: een endocrinoloog.
Met het jaarlijkse bloedonderzoek controleren we ook de bloedsuiker-huishouding. Dit doen we door het lange-termijn suiker in uw bloed te bepalen: de HbA1c-waarde.
Blijvende pijn
Sommige mensen met een chronische alvleesklierontsteking hebben blijvende pijn aan hun alvleesklier. Gelukkig komt dit weinig voor. Op de polikliniek Maag-Darm-Leverziekten schrijven we hiervoor pijnstillers voor die redelijk mild zijn. Bijvoorbeeld paracetamol, een NSAID (ontstekingsremmer) of medicijnen voor zenuwpijn (gabapentine of pregabaline). Soms in combinatie met amitriptyline. Werken deze pijnstillers onvoldoende? Dan verwijzen we naar de polikliniek pijngeneeskunde voor een extra behandeling met bijvoorbeeld een pijnblokkade of morfine.
Soms zit er zó veel littekenweefsel in de alvleesklier of in de afvoergang, dat de pijn niet onder controle te krijgen is. Dan laten we dit littekenweefsel verwijderen via een endoscopie of door de chirurg.
Psychische problemen
Vindt u het moeilijk om om te gaan met uw chronische ziekte? Dan laten wij u ondersteunen door een psycholoog, maatschappelijk werk of psychiater.
Behandeling voor exocriene pancreasinsufficiëntie
Wanneer we in de poep hebben gezien dat de alvleesklier te weinig eiwitten (enzymen) aanmaakt, kunt u kunst-enzymen gebruiken. Dit zijn capsules met korreltjes die u bij de maaltijd moet innemen. Hiermee wordt het eten tóch verteerd, zodat de darm de voedingsstoffen kan opnemen. Vaak hebben patiënten hierbij wat hulp nodig van een gespecialiseerde diëtist in het ziekenhuis. Wij verwijzen de meeste patiënten met exocriene pancreasinsufficiëntie naar deze diëtist.
We controleren elk jaar in uw bloed hoe goed uw lichaam voedingsstoffen opneemt.
Gebruikt u al kunst-enzymen? Dan hoeven we de poep niet meer hierop te controleren.
Natuurlijk blijven we letten op uw bloedsuiker-huishouding. Als u ondanks het innemen van de kunst-enzymen te weinig vitamine D in het bloed heeft, laten we een DEXA-scan maken. Daarmee kijken we naar de botdichtheid en controleren we of u botontkalking heeft (osteoporose).
Behandeling op maat
In deze folder staan de basisdingen van de controles op onze polikliniek. Maar het behandelen van mensen met een chronische alvleesklierontsteking is een behandeling op maat. We doen dit vaak samen met collega’s van andere specialismen, bijvoorbeeld met chirurgen, anesthesiologen, de huisarts, radiologen en psychosociale hulpverleners.
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Bel dan tijdens kantooruren naar de Polikliniek Interne Geneeskunde van het Maastricht UMC+. Via telefoonnummer 043-387 51 00.