Na bestraling van een tumor in de buik of het bekken kunnen buik-klachten ontstaan.
De bestraling kan namelijk ook schade geven aan een stuk darm in de buurt van de tumor.
Als de schade in de endeldarm ontstaat, heet dit bestralings-proctitis.
Oorzaak van bestralingsproctitis
Bestralings-proctitis ontstaat door bestraling (radiotherapie) van een tumor in de buik of het bekken. De bestraling doodt tumorcellen, maar kan ook schade geven aan gezond slijmvlies van het stuk darm in de buurt van de tumor.
Dit gebeurt bijvoorbeeld bij bestraling van:
- Endeldarm-kanker
- Baarmoederhals-kanker
- Baarmoeder-kanker
- Prostaat-kanker
- Blaas-kanker
- Uitzaaiingen in bot, zoals in lage wervels en in het bekken
Diagnose van bestralingsproctitis
Als iemand buik-klachten krijgt kort na de bestraling, is het vaak snel duidelijk dat de oorzaak bestralings-proctitis is. Soms is toch een colono-scopie (dikkedarm-onderzoek) nodig om te kijken wat de oorzaak van de buik-klachten is.
Klachten van bestralingsproctitis
Bij schade aan het slijmvlies van de darm door bestraling, kunnen de volgende klachten ontstaan:
- diarree
- darm-krampen
- vaker naar de wc moeten om te poepen
- bloed en slijm bij de poep
De kans op deze klachten is groter als u ook chemotherapie krijgt of kreeg.
Krijgt u meer dan 20 bestralingen, dan ontstaan deze klachten meestal vanaf de 3e of 4e week.
De klachten verdwijnen meestal 1 tot 2 weken na de laatste bestraling.
Soms blijven de klachten een lange tijd. Of ze verdwijnen en komen járen later weer terug, soms pas tien jaar na de bestraling. Ook kan er lange tijd bloed bij de poep zitten.
Als u lange tijd klachten houdt, is er een chronische bestralings-proctitis.
Behandeling van bestralingsproctitis
De klachten verdwijnen vrijwel altijd als de bestraling stopt. De schade aan het slijmvlies van de darm herstelt meestal snel en goed.
Uw arts kan medicijnen voorschrijven tegen diarree en misselijk zijn. Vertel het daarom aan uw arts als u deze klachten heeft. Behandeling met medicijnen vermindert deze klachten meestal.
Bij uitdroging door diarree of infectie kan een opname in het ziekenhuis nodig zijn.
Drink genoeg als u vocht verliest door diarree of een infectie. Dat voorkomt uitdroging.
Als u na de bestralingen een lange tijd last hebt van diarree of dunne ontlasting, kan er een chronische bestralings-proctitis zijn. Vaak krijgt u dan een darmonderzoek (colono-scopie) om te kijken of dat zo is.
De arts kan hiervoor diarree-remmers voorschrijven.
Verliest u bloed uit de anus tijdens de bestraling of na de bestraling? Dan komt dat meestal door schade van het slijmvlies van het laatste stuk van de dikke darm. Dit is de endeldarm. Soms komen deze klachten pas een paar maanden of een paar jaar na de bestraling. Om andere oorzaken uit te sluiten, is dan vaak een darm-onderzoek (colono-scopie) nodig.
De behandeling van bestralings-proctitis gaat in stappen.
De arts bespreekt de stappen met u, zodat u samen een keuze kunt maken.
Stap 1
Stap 1 is het bepalen of u inderdaad een bestralings-proctitis hebt. En of het nodig is om nog een dikkedarm-onderzoek (colono-scopie) te doen.
Stap 2
Stap 2 bestaat uit de volgende medicijnen:
- vitamine-supplementen
- klysma’s
- ijzertabletten
- vezels voor een betere ontlasting.
Ook bekijken we samen met u en uw artsen of u eventueel kunt stoppen met het gebruik van bloedverdunners. Of dat we die kunnen veranderen in een middel waarvan u minder bloedt.
De medicijnen uit deze stap proberen we 1 voor 1.
Wanneer dit allemaal niet werkt, gaan we naar stap 3.
Stap 3
Stap 3 bestaat uit twee behandelingen.
We kunnen de bloedvaatjes in de endeldarm ‘dicht branden’.
Omdat dit ook risico’s en nadelen heeft, doen we dit alleen als stap 2 niet werkte.
Een andere behandeling is het gebruik van zuurstof.
Patiënten ademen dan via een masker of kap 100% zuurstof.
Dit gebeurt in een dichte kamer, waarin de druk hoger is dan de normale druk.
Door de verhoogde druk kan het lichaam ongeveer 12,5 keer zoveel zuurstof in het bloed opnemen dan normaal. Daardoor krijgen weefsels waar te weinig zuurstof komt, nu wel genoeg zuurstof.
Deze behandeling heet 'hyperbare zuurstof-therapie’.
Het is een behandeling die meestal 6 tot 8 weken duurt. U krijgt dan in totaal 30 – 40 behandelingen van 1 uur en 50 minuten.
Deze behandelingen gebeuren in een gespecialiseerde kliniek.
Stap 4
Stap 4 gebeurt alleen als alle andere stappen niet hielpen en u afhankelijk bent van bloed--transfusies.
Voor stap 4 verwijzen we u naar de chirurg. De chirurg bespreekt met u mogelijkheden zoals het wegsnijden van een stuk darm of het aanleggen van een stoma.
Welke behandeling het beste is, verschilt van persoon tot persoon. U krijgt de behandeling die het beste bij uw situatie past.
Contact
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, bel dan met de Polikliniek Interne Geneeskunde van het MUMC+.
Het nummer is 043 - 387 51 00 (tussen 8:30 - 13:00 uur).
Websites
- www.mdl.mumc.nl
- www.mumc.nl
- www.gezondidee.mumc.nl