MUMC+

Folder

Hoe vertel ik mijn kinderen dat ik niet meer beter word

Informatie voor ouders/verzorgers/grootouders met kanker en voor hun partners.

Als genezing niet meer mogelijk is

Hoewel het een normale reactie is om weerstand te voelen om uw kind te vertellen dat u doodgaat, is dit juist wel heel belangrijk. Het is moeilijk om een termijn aan kinderen te geven. Hoe legt u bijvoorbeeld uit dat de arts heeft gezegd dat u nog één  tot twee  jaar hebt? U kunt tegen uw kind zeggen dat u dood zult gaan aan deze ziekte, maar dat niet bekend is wanneer. Bespreek met uw kind dat u hem op de hoogte zult houden. Bijvoorbeeld wanneer de behandeling die eerst gericht was op overleven, over gaat naar een behandeling gericht op kwaliteit van leven en comfort.
Ook bij het bespreken van de dood is het goed om stil te staan bij verschillende leeftijds- en ontwikkelingsfases van kinderen. Daarom eerst een aantal tips!

  • Een peuter of kleuter kent het verschil tussen dood en levend, maar beseft niet dat het iets definitiefs is.
  • Kinderen in de leeftijd van 6 tot 9 jaar kunnen dat wel begrijpen, maar realiseren zich soms niet dat het iedereen kan overkomen ("de dood is iets voor oude mensen"). Veel kinderen in deze leeftijd gebruiken spel als manier van uiting.
  • Vanaf 10 jaar begrijpen kinderen dat het verlies van een ouder onomkeerbaar is.
  • Kinderen rouwen vaak in delen. Het ene moment vragen ze van alles en het andere moment zijn ze druk aan het spelen. Dit betekent ook dat ze meestal niet lang achter elkaar verdrietig zijn (althans niet zichtbaar), maar dat het komt en gaat. Het is belangrijk om als ouder hierin mee te bewegen en het kind NIET te stimuleren om het gesprek over verlies of verdriet voort te zetten.
  • Als een ouder gestrest is, laat een kind dat bijvoorbeeld zien in zijn gedrag door heel druk te doen. Het kan soms helpen om hier woorden aan te geven. Baby’s verstaan de woorden niet letterlijk, maar wel de intentie en het gevoel dat er achter zit.

‘Ik voel me onrustig. Dat is mijn gevoel, en dat komt niet door jou".

Dit werkt op drie manieren:

  • U geeft als ouder erkenning aan uw eigen gevoel; dat geeft soms al meer rust.
  • Dat wat u uitstraalt (de onrust) naar uw kind en dat wat u uitlegt, klopt met elkaar. Een ouder die vanbinnen verdrietig is en vanbuiten een big smile laat zien, is heel verwarrend voor een kind. Het gaat twijfelen aan zichzelf en wat het voelt.
  • Door aan te geven dat het UW gevoel is, belast u uw kind er minder mee.

 

 

 

    • Het zorgt ervoor dat uw kind de tijd krijgt om te wennen aan het idee en om bewust afscheid te nemen.
    • Het geeft uw kind de kans om te praten over doodgaan.
    • Praat er met uw kind over wat voor hem of haar belangrijk is om met u te doen in de resterende tijd.
    • Maak duidelijk dat er altijd voor het kind gezorgd zal worden, wat er ook gebeurt.
    • Kinderen kunnen het er later heel moeilijk mee hebben als het niet eerlijk wordt verteld.
    • Het is voor kinderen heel waardevol om iets tastbaars te krijgen van hun zieke vader of moeder als herinnering voor later. Denk hierbij aan foto's, een video, tekeningen, brieven of een dagboek.
    • Betrek school maatschappelijk werk erbij zodat zij dezelfde informatie hebben en ook vragen van de kinderen kunnen beantwoorden.
    • Het is belangrijk om de informatie die u geeft te herhalen.
    • Probeer niet langer om het dagelijks leven zo normaal mogelijk te laten verlopen, maar geef de voorkeur aan het samenzijn als gezin, binnen de energiegrenzen en emotionele grenzen. School, sport, afspreken met vriendjes, dat komt allemaal wel weer, maar deze tijd staat samen zijn voorop. Natuurlijk is het fijn als sommige dingen gewoon doorlopen, maar zodra het belangrijk is dat jullie samen zijn, heeft dat voorrang.
    • Beperk wie er allemaal op bezoek mogen komen. Er zullen altijd mensen zijn die beledigd zijn als je hen niet meer toelaat of die meer willen helpen dan voor jullie prettig is.
      Jullie staan centraal  niet de gevoelens van deze mensen.
    • Leg uit wat begraven is. Bij een begrafenis laat men de kist met de overledene in het graf zakken. Het graf is een gat in de grond dat van tevoren wordt opgemeten en gegraven. Nadat de kist in de grond is gezakt en het graf gevuld is met zand, kan er een grafsteen op geplaatst worden. Hier staat vaak de naam, geboorte- en sterfdatum op en soms staat er een mooie tekst bij.
    • Leg uit wat cremeren is. Bij een crematie gaat de kist met de overledene in een oven. Deze oven is heel heet en daardoor verandert de kist en het lichaam in as. Sommige mensen vinden het fijn de as uit te strooien op een bijzondere plek. Andere mensen willen de as bewaren in een urn of iets moois van de as laten maken. Een urn is een mooie pot die afgesloten kan worden.

Euthanasie

In sommige gevallen moet u niet alleen aan uw kinderen vertellen dát u doodgaat, maar ook dat dit door euthanasie gaat gebeuren. Het is belangrijk om de kinderen hier goed op voor te bereiden. Bepaal als ouders zelf of jullie kind bij de euthanasie kan zijn.

Hieronder volgen enkele tips.

    • Leg eerlijk uit aan de kinderen wat er gaat gebeuren. Zorg dat de leerkracht dezelfde informatie heeft, zodat hij/zij vragen van jullie kinderen ook kan beantwoorden en het verhaal consequent hetzelfde is. Het kan fijn zijn als de (huis)arts later nog eens uitlegt aan de kinderen hoe het gaat gebeuren.
    • Wees zo concreet mogelijk, benoem het zoals het is.
    • Vermijd woorden als ‘slapen’ of ‘spuitje’ om te voorkomen dat de kinderen in de toekomst bang worden hiervoor en zich afvragen of slapengaan of een inenting krijgen wel veilig is.
    • Zorg ervoor dat er iemand in huis is die zelf wat minder betrokken is en met de kinderen kan weggaan. Meestal is dat één persoon per kind , zodat elk kind een eigen koers kan varen.
    • Zijn de kinderen niet aanwezig bij het moment van euthanasie,  laat degene bij wie de kinderen zijn op het moment van de euthanasieprocedure dan niet iets overdreven leuks gaan doen ‘als afleiding’, maar de normale dingen. De kinderen voelen toch wel dat er iets gaande is en kunnen zich later alleen maar schuldig voelen als ze horen dat juist toen mama/papa is overleden.
    • Betrek de huisarts in de uitleg aan de kinderen en bespreek dit eerst voor met de huisarts. De arts die het gaat uitvoeren moet er ook achter staan en ermee om kunnen gaan.

Rouw en verlies bij kinderen

Net als volwassenen ervaren kinderen veel verschillende emoties bij het verlies van een dierbare. Ieder kind rouwt op zijn eigen manier. Dit hangt ook samen met de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind. Op de website van pyschogoed leest u meer over rouw en verlies bij kinderen per leeftijdsfase.

Ook hierbij geldt weer: wees concreet en duidelijk naar het kind toe. Kinderen zijn niet in staat om lange tijd achter elkaar met verdriet bezig te zijn. Ze schakelen als het ware uit en gaan iets anders doen.

Uitgebreidere informatie en tips vindt u in het artikel "Rouw verwerken binnen je gezin" waarin medisch maatschappelijk werker Tine Peters advies geeft.

Stel geen tijd voor het rouwen vast. Iedereen rouwt op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo.

Tine Peters
Kinderhoek

Wanneer kan professionele hulp nodig zijn?

De meeste kinderen zijn in staat om ondanks hun bezorgdheid en verdriet toch weer terug te keren naar het normale dagelijkse leven. Ze gaan gewoon naar school, willen afspreken met vrienden en blijven hun hobby's uitvoeren. Als u toch bezorgd bent of het gedrag van uw kind nog wel een normale reactie is, dan zijn dit symptomen om op te letten:

  • buikpijn
  • hoofdpijn
  • slecht slapen
  • nachtmerries
  • woede-uitbarstingen
  • bedplassen
  • terugval in ontwikkeling of schoolprestaties
  • teruggetrokken gedrag
  • somberheid

Wanneer u zich zorgen maakt over (veranderingen bij) uw kind, dan kunt u een gesprek met uw huisarts, het team psychosociale zorg of het pedagogisch team vragen

Nuttige informatiebronnen

MUMC+

Contact

Voor meer informatie of het maken van een afspraak kunt u mailen naar poli.oncologie@mumc.nl.

U kunt ook telefonisch contact opnemen.

Ontmoetingscentrum:                               
043-38 726 00
Medisch Maatschappelijk Werk:               
043-387 51 18
Polikliniek Oncologie:                 
043-387 64 00

Pedagogisch team:                                    
043-3877 7 20

Klik hier voor meer informatie over "hoe vertel ik mijn kinderen dat ik kanker heb"

Geraadpleegde informatiebronnen

Deze informatie is tot stand gekomen met behulp van verschillende zorgprofessionals, patiënten, reeds bestaande informatie en wetenschappelijke literatuur.

Laatst bijgewerkt op 31 oktober 2022