Het is mogelijk om al tijdens de zwangerschap een aantal aangeboren afwijkingen op te sporen bij het ongeboren kind, bijvoorbeeld met een vlokkentest.
Een vlokkentest kan meer duidelijkheid geven over het wel of niet aanwezig zijn van een erfelijke aandoening bij het ongeboren kind. Er zijn 2 methoden om de vlokken te verkrijgen: via de vagina en via de buikwand. In deze folder krijgt u meer informatie over beide typen onderzoek.
Afspraak maken
Een afspraak voor een vlokkentest maakt u via de Polikliniek Klinische Genetica of wordt voor u gepland via de afdeling Gynaecologie / Prenatale Diagnostiek. U kunt hier ook terecht met vragen over prenatale diagnostiek.
Bij het maken van de afspraak bespreken we met u voor welke onderzoeken u in aanmerking komt en van wie u de uitslag zult ontvangen, van de klinisch geneticus of van de gynaecoloog.
Polikliniek Klinische Genetica
T: (+31) (0)43 387 58 55
Meestal wordt gekozen voor een vlokkentest via de vagina (transcervicale vlokkentest), omdat er dan meer materiaal (placentaweefsel) kan worden afgenomen. Dat is nodig als er uitvoerig onderzoek wordt gedaan naar de chromosomen of het DNA van het ongeboren kind. In een enkel geval kan er gekozen worden voor een vlokkentest via de buik (transabdominale vlokkentest). De gynaecoloog kan dat samen met u bespreken voor de ingreep.
Voorbereiding
-
Wij adviseren u om niet alleen te komen in verband met de terugreis. Hoewel u meestal geen klachten zult hebben, kunt u na de ingreep een ‘menstruatieachtig' gevoel in de onderbuik hebben.
-
Een volle blaas is voor het afnemen van een transcervicale vlokkentest noodzakelijk. Daarom mag u 2 uur vóór de ingreep in ieder geval niet meer plassen.
-
U hoeft niet nuchter te zijn, dus u kunt voor de ingreep gerust eten en drinken.
-
Uw partner mag - indien gewenst - bij de ingreep aanwezig zijn.
Transcervicale vlokkentest
De transcervicale vlokkentest kan worden verricht wanneer u tussen de 10 en 13 weken zwanger bent. De procedure duurt ongeveer 10 minuten.
Via de baarmoedermond wordt een dun buisje (katheter) in de baarmoeder gebracht (onder echobegeleiding). Een kleine hoeveelheid vlokkenweefsel wordt uit de placenta opgezogen.
De ingreep vindt plaats zonder verdoving.

Transabdominale vlokkentest
De transabdominale vlokkentest kan worden verricht als u tussen de 12 en 14 weken zwanger bent. Deze vlokkentest gaat via de buik en duurt, net als de transcervicale vlokkentest, 10 minuten.
Met een prik door de buikwand wordt een dunne naald in de placenta gebracht (onder echobegeleiding). Een kleine hoeveelheid vlokken wordt opgezogen.
Een verdoving is niet nodig omdat deze meer ongemak oplevert dan de prik in de buikwand.

Rhesus-D
Als uw bloedgroep rhesus-(D)-negatief is, krijgt u na afloop een injectie toegediend. Dit om te voorkomen dat u antistoffen aanmaakt tegen rhesus-(D)-positief bloed. Indien uw ongeboren kind rhesus-positief is, kunnen antistoffen namelijk de gezondheid van het kind schaden.
Na het onderzoek
- Na de vlokkentest kunt u direct naar huis. Vergeet niet een begeleider mee te nemen.
- Houd na de ingreep enkele uren bedrust en doe het de rest van de dag rustig aan.
- Na 24 uur kunt u uw normale werkzaamheden weer hervatten.
- Zware lichamelijke inspanning, intensief sporten, zwemmen, tampongebruik en geslachtsgemeenschap raden wij gedurende één week na de ingreep af.
Als u last krijgt
In het geval u last krijgt van buikkrampen, vochtverlies of bloedverlies, neemt u contact op met uw verloskundige of gynaecoloog.
Mogelijke complicaties
Er bestaat een risico van 0,2% op een miskraam ten gevolge van de vlokkentest. Dit risico komt bovenop het spontane miskraamrisico van 2% rond deze termijn.
De uitslag
Hoe lang u moet wachten op de uitslag hangt ervan af of er chromosomen- en/of DNA-onderzoek zal worden gedaan.
In het geval van een chromosomenonderzoek in het vlokkenmateriaal worden de chromosomen, de grote dragers van de erfelijke informatie, onderzocht.
DNA-onderzoek is een gedetailleerder onderzoek van de erfelijke informatie.
Ongeveer 4% van de vlokkentesten (1 op 25) levert geen uitslag op. Dit komt omdat het niet lukt om de placenta te bereiken, er niet voldoende vlokken zijn verkregen of omdat de chromosomen in het laboratorium niet voldoende zichtbaar worden.
Het is dan mogelijk een tweede vlokkentest te doen of in een later stadium een vruchtwaterpunctie.
Contact
Krijgt u last van buikkrampen, vochtverlies of bloedverlies neem dan contact op met uw verloskundige of gynaecoloog.
Vragen of opmerkingen?
Maastricht UMC+
Prenatale Diagnostiek Gynaecologie | Echocentrum
T: (+31) (0)43 87 77 62 of (+31) (0)88 004 91 00