Mumc+ foto online folders

Folder

Diepe Hersenstimulatie (DBS) bij psychiatrische stoornissen zoals het syndroom van Gilles de la Tourette en obsessieve compulsieve stoornis

De operatie

Na de voorbereidende gesprekken in het Maastricht UMC+ wordt besloten of u in aanmerking komt voor de operatie voor diepe hersenstimulatie (Deep Brain Stimulation, DBS) voor Obsessieve Compulsieve Stoornis (Obsissive Compulsive Disorder, OCD) of het syndroom van Gilles de la Tourette. Tijdens deze operatie worden elektrodes in uw hersenen geplaatst en verbonden met een pulsegenerator ofwel pacemaker. In deze folder informeren wij u over deze operatie, de voorbereiding, de mogelijke complicaties en de periode na de operatie. Deze informatie is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts(en).

Doel van de behandeling

Met deze behandeling wordt geprobeerd de ernst van uw klachten te verminderen omdat dit onvoldoende met medicatie en/of gedragstherapie is gelukt.

Voorbereiding

Bij uw opname voor de implantatie van de elektrodes zijn de artsen en verpleegkundigen van het DBS-team in Maastricht UMC+ betrokken. Afhankelijk van eventueel onderzoek dat nog moet plaatsvinden, wordt u één of enkele dagen voor de operatie opgenomen op verpleegafdeling Psychiatrie (B1)Een MRI-scan is meestal al gemaakt of kan waar nodig herhaald worden. U moet uw medicijnen rond de operatie gewoon blijven innemen, behalve bloedverdunnende medicatie en sommige antidepressiva vanwege het verhoogde risico op bloedingen tijdens de operatie. Soms is een aangepast medicatieschema nodig. Uw arts bespreekt dit met u.

De dag van de operatie Rond 08.00 uur wordt u naar de operatiekamer gebracht waar u een infuus in uw arm krijgt en onder algehele narcose wordt gebracht.
Daarna maken wij een metalen kader (een zogenaamd ‘stereotactisch kader’) op uw hoofd vast met vier schroefjes. Dan gaat u naar de afdeling Beeldvorming (Radiologie) voor een CT scan.
Het stereotactisch kader wordt bevestigd aan de onderzoekstafel, waarna de scan wordt gemaakt. Het maken van de CT-scan duurt ongeveer tien minuten. U wordt daarna weer naar de operatiekamer gebracht. Dit alles gebeurt onder algehele narcose. U krijgt vervolgens een blaascatheter. 
De chirurg bekijkt en berekent op basis van de CT-en MRI scans ondertussen hoe het gebied, dat tijdens de operatie zal worden gestimuleerd, het best bereikt kan worden. Deze berekening duurt ongeveer 45 minuten.

stereotactisch kader plaatsen

De operatie

De operatie wordt uitgevoerd door de neurochirurg en bestaat uit twee delen:

  • Het plaatsen van de elektrodes.
  • Het plaatsen van de inwendige pacemaker.

Het plaatsen van de elektrodes
Tijdens de ingreep bent u onder volledige narcose. Als u op de operatietafel ligt, wordt het stereotactisch kader bevestigd aan de operatietafel.

Er wordt een kleine lijnvormige snede gemaakt in uw hoofdhuid. Vervolgens wordt er met een boor een gaatje in de schedel gemaakt. De neurochirurg brengt eerst een paar zeer fijne testelektrodes in uw hersenen. Via deze elektrodes worden elektrische signalen opgevangen. Zo ziet de neurochirurg precies tot op de millimeter nauwkeurig, waar de elektrodes zitten. Na deze testfase, worden de testelektrodes vervangen door de definitieve elektrodes. Deze elektrodes worden in het boorgat vastgemaakt aan de schedel. Deze procedure herhaalt zich vervolgens aan de andere hersenhelft. De hele operatie duurt ongeveer vier tot vijf uur.  Dit is inclusief de voorbereidingen en het weer van uw hoofd verwijderen van het kader.

De screeningsfase
inwendige pacemaker, hoog op de borst geplaatst

Na de plaatsing van de elektrodes wordt onder algehele anesthesie de inwendige pacemaker onderhuids geplaatst, ter hoogte van de borst (onder het sleutelbeen) of in de buik. Deze operatie duurt ongeveer één uur. Uw behandelend arts bespreekt met u of dit tijdens dezelfde operatie gebeurt of enkele dagen later. Dit is afhankelijk van uw eventuele deelname aan een wetenschappelijk onderzoek. 
Tijdens de operatie worden de elektrodes verbonden aan verlengdraden. Deze draden worden onderhuids achter het oor doorgetrokken tot onder het sleutelbeen of in de buik. Hier worden ze verbonden met een kleine pacemaker, die onder de huid wordt geïmplanteerd.

Na de operatie gaat u naar de Recovery of naar de Medium Care van verpleegafdeling C5. Daar wordt u 24 uur geobserveerd. Deze observatie is nodig om te zien of er complicaties en/of bijwerkingen optreden. De eerste 24 uur krijgt u antibiotica via een infuus. Dit is om het risico op infectie zo laag mogelijk te houden.  Na de operatie wordt ter controle opnieuw een CT of MRI-scan van de hersenen gemaakt om de positie van de elektrodes te controleren.

De stimulatie wordt tijdens de opname ongeveer een week na de operatie aangezet. 

Mogelijke complicaties en bijwerkingen

De volgende complicaties kunnen optreden:

Bloeding in de hersenen: de kans hierop is minder dan 1%. Meestal geeft een bloeding rond de elektrode geen symptomen, maar er kunnen ook uitvalsverschijnselen, zoals verlamming optreden.

Een infectie: de kans hierop is ongeveer 4%. Om dit risico op infectie zo laag mogelijk te houden krijgt u gedurende 24 uur na het inbrengen van de elektrodes antibiotica.

Bijwerkingen van de anesthesie: voor beide onderdelen van de operatie krijgt u algehele anesthesie. Ernstige complicaties of bijwerkingen komen na anesthesie bijna niet meer voor. Toch kunt u last krijgen van misselijkheid, braken en keelpijn. De verschijnselen verdwijnen meestal binnen enkele dagen. Meld misselijkheid wel aan de verpleegkundige, zodat u hiervoor een medicijn kunt krijgen. 
 

Bijwerkingen van de stimulatie: de stimulatie kan bijwerkingen veroorzaken zoals onrust, angst en stemmingsproblemen (depressieve klachten of ontremd gedrag), concentratie stoornissen en spierkrampen. Uw behandelend arts zal hiertoe een inschatting met u maken en de risico's met u afwegen. 


Al deze bijwerkingen kunnen samenhangen met de stimulatie-instellingen. Ze kunnen dan ook verdwijnen als de stimulatie-instellingen worden aangepast. Uw behandelend psychiater zal dit tijdens het behandeltraject met u bespreken.  

 

Levensduur batterij pacemaker

Bij de meest gebruikte stimulatie-instellingen wordt de levensduur van de batterij geschat tussen de twee tot vijf jaar. Als de batterij moet worden vervangen, wordt niet alleen de lege batterij, maar de hele oude pacemaker vervangen door een nieuwe pacemaker met een volle batterij. De in de hersenen ingebrachte elektrodes en de bedrading worden niet vervangen. De vervanging van de pacemaker wordt meestal onder plaatselijke verdoving gedaan. Deze operatie duurt ongeveer 20 minuten.

Ontslag

Ongeveer een week na de operatie mag u naar huis.  Meestal wordt voor uw ontslag de stimulatie aangezet. Als dit niet zo is dan krijgt u hiervoor een polikliniekafspraak. U krijgt afspraken mee voor het verder instellen van de stimulatie. Dit is maatwerk en kan een langdurig traject zijn, waarvoor u vaak naar de polikliniek moet komen. 

Nadat een bevredigende instelling is bereikt komt u halfjaarlijks voor controle naar het Maastricht UMC+. Jaarlijks wordt een wat uitgebreider onderzoek gedaan om het effect van de behandeling gedetailleerd vast te leggen. 

Weer thuis

Bij normale genezing hebben de operatiewondjes geen speciale verzorging nodig.

Wachtlijst

De wachtlijst wordt met u besproken tijdens de voorbereidende gesprekken.

Contact

Als u voorafgaand aan de operatie nog vragen hebt, bel dan tijdens kantooruren met de casemanager in het Maastricht UMC+ . Ook na de operatie kunt u bij de casemanager terecht.

Voor problemen met uw neurostimulator in de avond,
nacht of in het weekend kan uw huisarts u verwijzen naar  de Spoedeisende Hulp (SEH) of de dienstdoende neurochirurg of psychiater van het Maastricht UMC+.

Telefoonnummers:
Casemanager :             043 – 387 40 54 /
                                                       387 60 52
Spoedeisende Hulp :  043 – 387 67 00

Laatst bijgewerkt op 25 oktober 2021