Hoofdingang Maastricht UMC+

Folder

Pacemaker: implantatie en nazorg

In overleg met uw behandelend arts wilt u een pacemaker laten plaatsen.
In deze folder leest u wat een pacemaker is, hoe de plaatsing of implantatie verloopt en hoe het leven met een pacemaker er uitziet. 

Wat is een pacemaker?

Een pacemaker is een elektronisch apparaat dat in het lichaam wordt gebracht. De pacemaker bevat een chip en een batterij die gemiddeld 6 tot 8 jaar meegaat. Uit het apparaatje komen in de meeste gevallen elektrodedraden die via de bloedvaten naar het hart lopen. Een pacemaker  zorgt ervoor dat het hart op een goede, en voldoende snelle manier  pompt. 

Pacemaker

Waarom krijgt u een pacemaker?

Als uw hart te traag of verkeerd pompt, zorgt de pacemaker ervoor dat uw hart op een goede en voldoende snelle manier pompt. Dit doet de pacemaker door een impuls of stimulatie te geven als het nodig is.
Er zijn verschillende soorten pacemakers die voor verschillende doelen gebruikt worden. Het soort dat u krijgt hangt af van waar het probleem zit in het hart. Dit bepaalt ook het aantal elektrodedraden dat nodig is.

Welke voorbereidingen zijn er nodig voor een implantatie?

Voor de operatie krijgt u een afspraak met een cardioloog (die gespecialiseerd is in pacemakers) en een pacemaker-verpleegkundige. Zij geven u informatie over de plaatsing, de voorbereidingen en wat te doen na de operatie. Tijdens de afspraak worden de volgende vragen gesteld, die belangrijk zijn voor de plaatsing:
- Heeft u last van allergieën?
- Gebruikt u bloedverdunners?
- Heeft u ziektes of beperkingen waar wij rekening mee moeten houden?

Verder doen wij ook nog de volgende aanvullende onderzoekenals dit nodig is:

  • ECG (hartfilm)
  • Echo van het hart
  • Bloedonderzoek 

De cardioloog bespreekt de uitslag van de onderzoeken met u.  De pacemaker verpleegkundige belt u ongeveer 1 week voor de operatie. Hij of zij vertelt u hoe laat u wordt opgenomen en of er medicatie adviezen zijn. Verder vragen wij of uw gezondheid is veranderd na uw afspraak bij de cardioloog of pacemaker verpleegkundige.  

Wat moet u doen voor de operatie?

  • Het is belangrijk dat u zich heel goed doucht.  
  • Zorg dat u nuchter bent. Nuchter zijn betekent dat u niet mag eten en drinken vanaf 00.00 uur de dag voor opname.   
    (Voorbeeld: u wordt op maandag opgenomen voor een pacemaker: dan mag u zondag vanaf middernacht 00.00 uur niet meer eten en drinken). 
  • Uw medicijnen mag u innemen met een slokje water. De medicijnen die u moest stoppen voor de ingreep, mag  u ook op de dag van opname niet innemen. 
  • Meld u op de afgesproken tijd op de verpleegafdeling.

Wat gebeurt er op de afdeling en tijdens de operatie?

 Op de afdeling krijgt u een infuus in uw arm aan dezelfde kant waar u de pacemaker krijgt. Via dit infuus krijgt u antibiotica en pijnstilling voordat de operatie begint.  Vervolgens brengen we u naar de hartkatheterisatiekamer. Hier wordt de pacemaker geplaatst. U krijgt een plaatselijke verdoving en pijnstillende en rustgevende medicatie via het infuus. U bent en blijft dus wakker tijdens de operatie. 

Pacemaker implantatie op de hartkatheterisatiekamer

Er wordt een kleine wond gemaakt om de pacemaker onder de huid in te brengen. Met behulp van een röntgenapparaat brengen wij de electrodendraden via uw aders naar het hart. Als de draden op de juiste plek vast zitten in het hart, bevestigen we de pacemaker aan de draden en hechten we de pacemaker vast onder de huid. De wond maken we dicht met meerdere hechtingen. De hechtingen worden onder de huid geplaatst en lossen van zelf op. Hoe lang de operatie duurt, hangt af van het soort pacemaker dat u nodig heeft (1 tot 2,5 uur).   

Wat gebeurt er na de operatie?

We brengen u terug naar de afdeling waar u werd opgenomen. De verpleging en de zaalarts onderzoeken u om zeker te weten of de plaatsing goed en zonder problemen of complicaties gegaan is. Klachten of afwijkingen moet u altijd doorgeven aan de verpleging. Als alles goed is, kunt u dezelfde dag nog naar huis. De zaalarts vertelt u wanneer u naar huis mag en kan. 

Ontslag naar huis

Na ontslag zien wij u ongeveer na 2 weken terug op de polikliniek Hart+Vaat Centrum voor een controle afspraak van de pacemaker en de wond. Als u wondpijn heeft, raden wij u aan om de eerste 3 dagen paracetamol in te nemen. Neem 3 tot 4 keer 1000 mg in. Zorg er wel voor dat er een pauze tussen zit van minimaal 6 uur.  Als u na ontslag nieuwe klachten of afwijkingen krijgt, neem dan contact met ons op. (zie contactgegevens).

Welke complicaties kunnen er ontstaan?

Complicaties of onverwachte gevolgen na een pacemaker plaatsing zijn zeldzaam, maar zijn niet uit te sluiten. De belangrijkste complicaties kunnen zijn: 

  • Bloeding bij de wond
  • Wondinfectie met als gevolg dat de pacemaker verwijderd moet worden
  • Klaplong
  • Schroeven van een elektrodedraad die door de hartwand hart heen gaan
  • Hartritmestoornissen of een hartstilstand
  • Loslaten van een elektrodedraad
  • Vernauwing of afsluiting van aders

Wat zijn de leefregels na een implantatie?

Om complicaties te voorkomen vragen wij u zich te houden aan onderstaande leefregels:

  • Meld altijd afwijkingen of klachten zoals (erger wordende) pijn, koorts, zwelling en of rood /warm worden van de wond. Of als er vocht uit de wond komt.  
  • Beweeg de arm aan de kant waar de pacemaker is ingebracht de eerste 6 weken niet extreem naar achteren of naar voren.
  • Doe de eerste 6 weken na de implantatie,  geen sport of werk waarbij u de arm aan de kant van de pacemaker, flink moet bewegen of belasten.   

Controle van de pacemaker en nazorg

De eerste controle op de polikliniek Hart+Vaat Centrum of in het ziekenhuis bij u in de buurt, vindt plaats 2 weken na de plaatsing/implantatie. De pacemakertechnicus controleert de wond en een meet de pacemaker buiten het lichaam, door middel van draadloos contact met de pacemaker. 

Hierna vindt minimaal 1 keer per jaar een controle plaats in het ziekenhuis of op afstand, vanuit thuis. Tijdens deze controle wordt ook de batterijspanning gemeten, om te bepalen wanneer de batterij moet worden vervangen. De pacemaker kan op ieder moment worden uitgelezen om te zien hoe uw hartritme was en hoe de pacemaker werkt.

Wat kan wel of niet met een pacemaker?

Sport: Na 6 weken kunt u weer intensief sporten. Wij adviseren u geen contactsporten te doen waarbij de kans bestaat dat de pacemaker of de huid rondom de pacemaker beschadigd kan raken. 

Werk:
 Werkt u met zware machines, geef dit dan door aan de pacemaker verpleegkundige, voordat u een pacemaker implantatie krijgt. Sommige machines met sterk elektromagnetische veld kunnen de werking van de pacemaker verstoren.  

Gebruik huishoudelijke of hobby apparatuur:  U kunt deze apparatuur gewoon gebruiken. Wel wordt  het afgeraden magneten direct op, of dichtbij de pacemaker te plaatsen. 

MRI scan: Met de huidige 
pacemakers mag u, als dat nodig is, in een MRI scan. Geef wel, aan de arts die een scan wil aanvragen, aan dat u een pacemaker draagt. Soms is het nodig zijn om de pacemakerinstelling tijdelijk aan te passen.  

Reizen: U kunt gewoon reizen of op vakantie gaan met een pacemaker.  U ontvangt een pacemakerpas met de pacemakergegevens. Zo kunt u laten zien dat u een pacemaker draagt.  Laat bij douane controles uw pacemaker pas zien. U wordt  dan handmatig gecontroleerd. Kortdurend contact met een controle poortje of magneetstok levert geen problemen op.

Rijden: Auto: Wij adviseren om de eerste 2 weken na de implantatie geen auto te rijden.  
Vrachtwagen of bus: Voor bestuurders met een groot rijbewijs is het verboden om de eerste 2 weken na de implantatie te rijden. 

Twijfelt u of er met uw sport, hobby, huidhouden, werk, of een geplande medische behandeling een probleem zou kunnen ontstaan met de pacemaker? Neem dan contact met ons op (zie contactgegevens). 

Wetenschappelijk onderzoek

Wij kunnen u vragen of u mee wilt doen aan wetenschappelijk onderzoek. Of u wel of niet wilt deelnemen, bepaalt u zelf. Als u niet wilt deelnemen, heeft dit geen invloed op de gebruikelijke zorg die wij bieden. Uw deelname draagt bij aan het verbeteren van de zorg. 

Contactgegevens en vragen

Heeft u  vragen? Neem dan contact met ons op: 
Polikliniek Hart+Vaat Centrum (voor niet dringende vragen) 
T: 043 3872727
E: poli.hvc@mumc.nl
​​​​​​​Eerste Hart Hulp (voor dringende vragen) 
​​​​​​​T: 043 3877892

Laatst bijgewerkt op 14 november 2022