


Folder
Bone Conduction Device, operatie en controles bij volwassenen
Een hoortoestel dat vast zit aan het bot?
U krijgt een hoortoestel dat wordt vastgemaakt aan het bot. Wij noemen dit botverankerd hoortoestel ook wel een BCD. Dat is de afkorting voor Bone Conduction Device, de officiële naam die Keel-, Neus- en Oorartsen gebruiken.
In deze folder leest u informatie over de operatie.
Voorbereiding
Deze operatie gebeurt onder algehele verdoving of onder plaatselijke verdoving.
- Als de operatie gebeurt onder algehele verdoving (narcose), krijgt u eerst een afspraak bij de anesthesist. Dat is de specialist voor verdoving. U hoort van Bureau Opname wat de operatiedatum wordt.
- Als de operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving, dan plant u de datum samen met een baliemedewerker van het Chirurgisch Dagcentrum. U hoeft niet naar de anesthesist.
De dag van de operatie
Melden
Op de dag van de operatie meldt u zich op de afgesproken tijd op de afgesproken plaats. Daar zal de zaalarts KNO of de verpleegkundige van de afdeling u een laatste uitleg geven en u verder begeleiden.
Als u algehele verdoving krijgt, wordt de operatie gedaan op de Centrale Operatieafdeling. Als u plaatselijke verdoving krijgt, wordt de operatie gedaan op het Chirurgisch Dagcentrum.
De operatie
Tijdens de operatie plaatst de KNO-arts een implantaat in het gebied achter uw oorschelp. Een implantaat is een voorwerp dat in het lichaam wordt gezet. Later wordt de BCD geplaatst op dat implantaat.
- Eerst worden wat haren achter uw oor weggeschoren.
- Dan maakt de KNO-arts een sneetje in de huid op de plaats waar het implantaat komt.
- Via deze opening boort de KNO-arts een gaatje in de schedel.
- In dit gaatje plaatst de KNO-arts het implantaat. Dit implantaat heeft de vorm van een schroefje.
- Op dit schroefje komt een koppelstuk dat door een gaatje in de huid naar buiten komt. Hierop kan later de BCD worden geplaatst.
- De wond met het koppelstuk wordt afgedekt met een gaasje met zalf. Zo kan de wond goed genezen.
- Daaroverheen komt een tijdelijk kunststof kapje om het genezen van de wond te ondersteunen. Dit kapje wordt ook wel healing cap genoemd.
- Het sneetje in de hoofdhuid wordt gehecht.

Weer thuis
Drukverband
Als dat nodig is, krijgt u na de operatie een drukverband om uw hoofd. Dit drukverband mag u de volgende dag zelf weghalen.
Kunststof kapje valt eraf
Soms valt het kunststof kapje eraf. Dit is niet erg, maar neem wel contact op met de KNO-arts.
Douchen of in bad
De eerste weken moet u voorzichtig uw haren wassen. Doe dit de eerste 2 weken met een beker over het implantaat. Dan wordt de wond niet onnodig nat.
Autorijden, werken en sporten
Het kan zijn dat u zich na de operatie niet zo lekker of niet helemaal fit voelt. Dit komt door de narcose of verdoving. De eerste 24 uur na de operatie mag u niet zelf autorijden. Wanneer u weer kunt gaan werken, hangt af van uw beroep. U kunt het beste eerst 1 of 2 weken rustig aan doen en daarna weer langzaam beginnen met werken en sporten. Overleg met uw KNO-arts wanneer u weer mag gaan werken en sporten.
Controles bij de polikliniek KNO
Na de operatie heeft u een paar controles bij de polikliniek KNO. U vindt de polikliniek KNO op niveau 2. Volg route H – 2 groen.
Eerste controle
De eerste controle is 7 tot 10 dagen na de operatie. Bij uw ontslag uit het ziekenhuis hoort u wanneer deze afspraak is. Tijdens deze eerste controle wordt uitgelegd hoe u de schroef kunt verzorgen.
Eindcontrole
De eindcontrole is 6 weken na de operatie. De KNO-arts bekijkt het resultaat van de operatie. U kunt uw ervaringen en eventuele vragen bespreken met uw arts. Dit is de laatste controle bij de KNO-arts.
Controles bij Audiologisch Centrum
Het instellen en controleren van de BCD gebeurt bij het Audiologisch Centrum. Volg route H – 2 groen.
Instellen BCD
Ongeveer 3 weken na de operatie heeft u de afspraak om de BCD in te stellen. U krijgt dan uw eigen BCD die wordt afgesteld op uw gehoor. Ook krijgt u uitleg over het bedienen en onderhouden van uw BCD. De datum en tijd voor deze afspraak krijgt u opgestuurd per brief of per mail.
Controle BCD
Heeft u veel klachten over de instelling van uw BCD, dan kunt u een nieuwe afspraak maken bij het Audiologisch Centrum.
Complicaties
Heeft u thuis problemen met uw implantaat? Neem dan contact op met de polikliniek KNO, de Spoedeisende Hulp (SEH) of met uw huisarts.
Complicaties waar een arts zo snel mogelijk naar moet kijken en die zo snel mogelijk moeten worden behandeld, zijn:
- blijvende pijnklachten die niet weggaan na het innemen van pijnstillers
- blijvende verhoging boven 38,5 graden Celsius
- een nabloeding
- wondvocht dat vies ruikt
Milde complicaties
- De eerste dagen na de operatie kunt u pijn hebben. Hiervoor kunt u paracetamol innemen. Neem maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500mg paracetamol in. Neem nooit meer dan dat. Als dat niet genoeg helpt, neem dan contact op met de polikliniek KNO of Spoedeisende Hulp (SEH).
- Tijdens de operatie worden de fijne zenuwen van de huid geraakt. Hierdoor kan het gevoel rondom het implantaat tijdelijk minder zijn. Meestal herstelt dit vanzelf.
Bronnen
De foto’s komen van de fabrikanten: Copyright Cochlear Limited en Copyright Oticon Medical Limited
Contact
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem dan contact met ons op.
Tijdens kantooruren:
- Polikliniek KNO 043 387 54 00
- Chirurgisch Dagcentrum 043 387 14 00
- Bureau Opname 043 387 73 30
Buiten kantooruren:
- Spoedeisende Hulp 043 - 387 67 00
Of per mail via bcd.kno@mumc.nl
Websites
- Hersenenzenuwcentrum
- Kno.nl (uitgebreide informatie over BCD)