


Folder
Endo-sponge® plaatsen/wisselen
Bij een slechte genezing na (gedeeltelijke) verwijdering van uw endeldarm
Uw endeldarm is gedeeltelijk of helemaal verwijderd. Helaas is er vervolgens een complicatie opgetreden, waardoor een holte is ontstaan die niet goed wil genezen. Dit komt doordat deze holte niet goed schoongespoeld kan worden. Om dit te verhelpen wordt u behandeld met een Endo- Sponge® oftewel een spons in deze holte.
De behandeling vindt plaats op de afdeling Endoscopie van het Maasticht UMC+.
Het is verplicht dat u een begeleider meeneemt naar het onderzoek. Uw begeleider brengt u na het onderzoek naar huis. U mag de rest van de dag niet autorijden of zonder begeleider wandelen of fietsen.
Hoe werkt een Endo-Sponge®?
Een Endo-Sponge® wordt in de holte ingebracht via uw anus en is met een slangetje verbonden aan een vacuümpot (Redyrob®). Het vuil uit de holte komt via het slangetje terecht in de vacuümpot, die u bij u draagt. Op deze manier wordt de holte schoongehouden, wat het herstel bevordert. De spons wordt twee keer per week vervangen. Geleidelijk wordt de holte steeds kleiner, tot deze uiteindelijk dichtgroeit.
Voorbereiding
- Omdat u sedatie (een roesje) krijgt, moet u een begeleider meenemen.
Regelt u dat alstublieft op tijd, want zonder begeleider kan het onderzoek niet doorgaan. - Breng extra ondergoed en/of stomamateriaal mee.

- Wij vragen u een eigen (boodschappen)tas mee te nemen. Hierin bewaren wij uw kleding tijdens het onderzoek.
- Als u uw medicijnen wilt/moet innemen na het onderzoek, dan moet u die van thuis meenemen. Wij hebben deze niet op voorraad.
- U krijgt op de uitslaapkamer een sandwich en koffie/thee. Wanneer u allergieën of voedingsintoleranties hebt, vragen wij u om zelf een boterham mee te nemen.
Sedatie (een roesje)
Bij het aanvragen van het onderzoek is besloten dat u tijdens het onderzoek een "roesje" krijgt. Dit is een slaapmiddel waardoor u het onderzoek makkelijker ondergaat. Het is géén narcose. U bent niet "weg" en u valt niet echt in slaap, maar we kunnen het onderzoek dan zonder problemen uitvoeren. De meeste mensen kunnen zich na afloop weinig of niets meer van het onderzoek herinneren.
Omdat sommige mensen minder diep gaan ademen, sluiten we u aan op de monitor. Hiermee bewaken we uw hartslag, bloeddruk en zuurstof-gehalte.
De rest van de dag mag u:
- niet fietsen of auto rijden,
- geen belangrijke beslissingen nemen, bijvoorbeeld bij een notaris
- geen alcohol drinken.
Begeleiding
U moet een begeleider meenemen. Regel dit alstublieft op tijd.
De begeleider wacht tijdens het onderzoek in de wachtkamer én brengt u naar huis. De begeleider mag niet bij het onderzoek zijn.
Als u geen begeleider heeft, kan het onderzoek niet doorgaan.
De behandeling
Tijdens de behandeling ligt u op uw linkerzijde. De behandeling wordt over het algemeen niet als plezierig ervaren en kan pijnlijk zijn, daarom dient de arts u via het infuus een roesje toe, waardoor de behandeling minder belastend is. Het roesje bestaat uit een pijnstiller en/of een ontspanningsmiddel. Het medicijn maakt u wat slaperig en vermindert uw reactievermogen.
Als u komt om een Endo-Sponge® te vervangen, krijgt u een verdovende vloeistof ingespoten in de huidige spons. Hierdoor gaat het verwijderen makkelijker.
De arts verwijdert de spons die al in de holte zit. Vervolgens wordt er een dunne camera via de anus naar binnen gebracht. Dit kan een drukkend gevoel of kramp veroorzaken, omdat er lucht in de darm geblazen wordt.
De arts beoordeelt de holte en plaatst indien nodig direct een nieuwe spons. Het vacuüm in het wondgebied veroorzaakt soms een pijnlijk gevoel dat na enkele minuten afzwakt. De slang wordt vastgeplakt op uw been of bil, zodat u mobiel bent en zich veilig kunt bewegen. Het wisselen van de Endo-Sponge® duurt gemiddeld 20 minuten.
De behandeling wordt in principe twee keer per week herhaald. De behandeling met de Endo-Sponge® varieert van een paar weken tot een paar maanden. Dit hangt af van de omvang van de holte en het tempo van het genezingsproces.
Na de behandeling
Een opgeblazen gevoel na de behandeling is heel normaal, winden laten helpt hierbij. Na het onderzoek bespreekt de arts zijn bevindingen met u en uw begeleiding en krijgt u een nieuwe afspraak voor de volgende Endo-Sponge® wissel.
Mogelijke complicaties
Als u na de behandeling hevige buikpijn krijgt, of koorts boven de 38 graden, neem dan contact op met het ziekenhuis.
Verzorging thuis
De uitleg krijgt u op de endoscopieafdeling en u kunt als dat nodig is contact met ons opnemen!
U kunt de vacuümpot (redyrob®) thuis wisselen als deze vol is, of als pot niet meer vacuüm is (dit ziet u als de blauwe markering van de pot helemaal tot onderen is gedaald).
- Verschuif het klemmetje op de slang.
- De slang zit nu dicht.
- Draai de draaiknop naar 0.
- Draai de verbinding tussen de slang en de pot los.
- Bewaar de pot om deze mee te nemen bij de volgende behandeling.
- Haal het rode dopje van de Redyrob®.
- Sluit de Redyrob® aan op de slang.
- Zet de draaiknop op stand 1.
- Schuif het klemmetje van de slang los zodat de slang open is, nu zal de vloeistof langzaam gaan lopen.
- Plak de slang vast op bil of been, zodat u mobiel bent en veilig kunt bewegen.
Contact
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, vraag het dan aan uw arts.
U kunt ook bellen met de afdeling Endoscopie van het MUMC+ op nummer 043 - 3877700. Dat kan op werkdagen van 8.00 tot 16.30 uur. Of u kunt een e-mail sturen naar endoscopie@mumc.nl.