Maastricht UMC+

Folder

ICD: De vervanging van uw ICD

Bij uw laatste technische controle is gebleken dat uw (transveneuze) ICD vervangen moet worden. In dit informatieblad leest u wat voor u belangrijk is in verband met deze ingreep.

Voor de ingreep

Ongeveer 1 week voor de ingreep krijgt u een telefoontje van de ICD-verpleegkundige om uw opname en ingreep te bespreken. Soms krijgt u een oproep om langs te komen bij de polikliniek Hart+Vaat Centrum.

Meld aan de ICD-verpleegkundige als u:

  • allergisch bent voor antibiotica of andere geneesmiddelen, voor contrastvloeistof of jodium;
  • bloedverdunners gebruikt of heeft gebruikt;
  • koorts heeft boven de 38 graden Celsius is; een infectie of een wond heeft;
  • minder dan drie weken vóór de ingreep ziek bent geweest;
  • huiduitslag of wondjes ter hoogte van het operatiegebied heeft;
  • zwanger bent of zou kunnen zijn;
  • opgenomen bent geweest in een buitenlands ziekenhuis.

Voorbereidingen

De dag voor opname en op de dag van opname: 

  • U moet nuchter * zijn vanaf middernacht.
  • De ochtend van opname dient u zich thuis te douchen of te wassen. Was ook uw haren. 
  • Bij binnenkomst in het ziekenhuis, meldt u zich bij de balie van verpleegafdeling D4.

Op de afdeling krijgt u een infuusnaaldje ingebracht, waardoor u kort vóór de ingreep antibiotica krijgt toegediend. Ook tijdens de operatie wordt dit naaldje gebruikt.

Het kan voorkomen dat uw ingreep door onvoorziene omstandigheden wordt uitgesteld naar een later tijdstip of een andere dag.

*Nuchter zijn betekent: u mag vanaf 24:00 uur niet meer eten en drinken. Uw medicatie mag u wel innemen met een slokje water.

De ingreep

Het vervangen van de ICD is een kleine ingreep. De elektrode(n)/draden blijven zitten en worden aangesloten op de nieuwe ICD. De ingreep gebeurt op de vaatkamer onder plaatselijke verdoving. U krijgt een ontspannend en rustgevend medicijn toegediend.

Ter hoogte van het oude litteken maakt de cardioloog een sneetje en verwijdert de oude ICD. De elektrode(n) worden losgemaakt en doorgemeten. Is de meting goed, dan sluit de cardioloog de elektroden aan op de nieuwe ICD die hij terug plaatst onder de huid. De wond wordt onderhuids gehecht; de hechtingen zijn dus niet zichtbaar en worden door het lichaam zelf opgelost. De implantatie duurt ongeveer dertig minuten tot een uur.

Na de ingreep

Na de ingreep gaat u terug naar de verpleegafdeling. Doe rustig aan. Vraag aan de verpleging om pijnstilling als u pijn heeft. Als u niet misselijk bent, mag u eten en drinken. Merkt u afwijkingen of een bloeduitstorting bij de wond, moet u dit melden bij de verpleging.

U mag naar huis (minimaal na 4 uur): 

  • Als de zaalarts de wond heeft gecontroleerd;
  • Als de controles goed zijn en u zich goed voelt.

Weer thuis

De eerste periode na de ingreep is het operatiegebied mogelijk blauw en pijnlijk. Hiervoor mag u 3 x  per dag 1000 milligram paracetamol nemen (om de zes uur) en eventueel een extra paracetamol in de nacht.

De dag na de implantatie

  • Mag u nog niet douchen of in bad.
  • Controleer de wond op vochtlekkage en of er rond het wondgebied zwelling ontstaat.
  • Bij forse toename van zwelling of forse wondlekkage, neemt u contact op met de ICD verpleegkundige of de Eerste Hart Hulp (EHH).
  • Bloeduitstortingen kunnen voorkomen, maar deze verdwijnen soms pas na enkele weken.

Vanaf dag 2 

  • Als de wond droog is, mag u douchen.
  • Als u in bad gaat, zorg dan wel dat de wond droog blijft.
  • Was de wond niet met zeep. Gebruik alleen water en dep de wond droog met een gaasje of een schone handdoek.
  • Als er geen bloed of vocht meer uit de wond komt,  hoeft er geen pleister meer op.

De wond

Laat de pleister niet langer dan 5 dagen op de wond zitten. Gebruik geen olie, lotion of crèmes op de wond totdat de wond volledig is genezen.

De wond wordt gehecht met onderhuidse, zelf oplosbare hechtingen. Als er toch een hechting zichtbaar is op de huid dan, wordt deze bij de eerste controle verwijderd.

Soms brengt de cardioloog na de implantatie hechtpleisters aan op de wond, u mag hiermee douchen. Als de hechtpleisters er na een week na de ingreep nog opzitten, mag u deze er zelf afhalen.

Controleer de wond na ontslag op:

  • toename van roodheid en warm aanvoelen van de wondstreek;
  • toename van zwelling ter hoogte van de ICD;
  • vochtlekkage uit de wond;
  • erge (toename van) aanhoudende pijn;
  • lichaamstemperatuur van boven 38 graden Celsius.

Als u één van de bovengenoemde klachten heeft, moet u meteen contact opnemen met:

  •  ICD verpleegkundige
    T 043 - 387 27 27 (werkdagen van 8.30-17.00 uur)
  • Eerste Hart Hulp (EHH)
    T 043 -387 78 92 (24 uur bereikbaar) 

Controle afspraak op de polikliniek

De poliklinische controle na ICD vervanging is ongeveer 2 weken na ontslag in uw eigen controle centrum. De afspraak krijgt u thuis gestuurd. Tijdens deze afspraak wordt de ICD gecontroleerd, de wond bekeken en de  eventueel zichtbare hechting(en) verwijderd. De nieuwe ICD pas krijgt u thuisgestuurd.

Mogelijke complicaties

Zoals bij alle chirurgische ingrepen kan ook de vervanging van een ICD met complicaties gepaard gaan. Ernstige complicaties zijn zeldzaam. Complicaties die kunnen voorkomen zijn:

  • nabloeding;
  • infectie.

Contact

Heeft u na het lezen van de informatie nog vragen, neem dan contact op met:

  • ICD verpleegkundige
    T:  043 387 27 27 (op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur)
    E: pm.icdverpleegkundige.hvc@mumc.nl
    (let op: vermeld bij een mail altijd uw voorletters, achternaam en geboortedatum) 
  • Polikliniek Hart en Vaat Centrum
    T: 043 387 27 27 (op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur) 
    E: poli.hvc@mumc.nl
  • Eerste Hart Hulp
    T: 043- 387 78 92 (24 uur per dag bereikbaar) 
  • Planbureau Hart+Vaat Centrum(bij vragen over de planning) 
    T: 043 387 52 64 (op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur) 
Laatst bijgewerkt op 8 augustus 2022