Mumc+ foto online folders

Folder

Dupuytren

Kromstand van de vingers

Bij u is de ziekte van Dupuytren geconstateerd. Samen met uw arts heeft u besloten dat u hieraan geopereerd wordt. Dit gebeurt tijdens een dagopname, wat betekent dat patiënten die deze operatie ondergaan over het algemeen dezelfde dag naar huis gaan. In een enkel geval moet de patiënt een nacht blijven. In dit blad krijgt u meer informatie over de ziekte van Dupuytren en de operatie.

Wat houdt de ziekte van Dupuytren in?

De ziekte van Dupuytren is een aandoening, waarbij in de handpalm en vingers knobbels en strengen ontstaan, die naar verloop van tijd kunnen veranderen. Deze strengen bevinden zich voornamelijk in het onderhuids weefsel van de hand.

Het kan ook voorkomen dat de strengen doorgroeien
in een gewricht van de vinger.
De strengen trekken uiteindelijk samen en veroorzaken een buigstand van de vingers. Bij een langdurige buigstand van een vinger kan het gewricht beschadigd raken. Dit kan het strekken van de vinger extra moeilijk maken.

Ziekte van Dupruytren
Ziekte van Dupruytren

Voorbereiding

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, overleg dan met uw arts of u deze voor de ingreep moet stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst, informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt dan het beleid af op de operatie. Op de dag van de operatie mag u vanaf 24:00 uur niets meer eten en drinken en u mag niet meer roken.

De operatie

Tijdens de operatie opent de plastisch chirurg de huid via een snee en verwijdert hij de strengen, zodat de vingers weer gestrekt kunnen worden. Hierna wordt de wond gesloten met enkele hechtingen. De operatie duurt een tot twee uur, afhankelijk van de uitgebreidheid van de operatie. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery) van het Dagcentrum. Zodra u voldoende wakker bent, mag u naar huis. U mag niet zelf autorijden. Laat u zich dus ophalen.

Het is belangrijk te beseffen dat de operatie de klachten verhelpt, maar de aandoening verdwijnt niet. Het is dus mogelijk dat de vingers na de operatie op termijn toch weer kromtrekken.

Mogelijke complicaties / problemen

Bij elke handoperatie kunnen complicaties voorkomen zoals: bloeduitstortingen, vertraagde wondgenezing of een infectie. Symptomen van een infectie zijn:

  • koorts,
  • roodheid,
  • zwelling, warmte,
  • kloppende of stekende pijn,
  • ook kan er pus uit de wond komen.

Heeft u een van bovenstaande klachten, ​​​​ neem dan direct contact op met de polikliniek Plastische Chirurgie (tijdens kantooruren) of met de Spoedeisende Hulp (avond, nacht en weekend). Ook kunnen de gevoelszenuwen van de vingers beschadigd worden, waardoor er een gedeeltelijke gevoelsstoornis in de hand of de vingers ontstaat. Het is ook mogelijk dat er een huidtransplantatie moet worden gedaan, omdat de vinger(s) zo krom is/zijn gaan staan dat er een huid tekort was.

Het litteken

Littekenweefsel is weefsel dat in de wond thuishoort.
Het trekt de wondranden naar elkaar toe en zorgt ervoor dat de wond zich sluit. Ook in de lengterichting heeft het litteken de neiging om samen te trekken en te verkorten. Deze littekenverkorting zou opnieuw tot een buigstand van de vingers kunnen leiden. Door oefeningen te doen en een spalk te dragen, kan dit meestal worden voorkomen.

Als er ook Dupuytren weefsel is weggenomen uit een gewricht, kan samentrekking van littekenweefsel stijfheid van het gewricht veroorzaken. Bewegen van het gewricht is noodzakelijk om deze stijfheid te voorkomen.

Als er ook Dupuytren weefsel is weggenomen rondom de pezen, kan littekenweefsel verklevingen veroorzaken tussen pees en omgeving. Oefeningen die het peesglijden bevorderen, zijn dan noodzakelijk. Vooral de eerste zes maanden trekt het litteken samen en is het belangrijk om te blijven oefenen. Het kan nog tot een jaar duren voordat het litteken volledig tot rust is gekomen.

De nabehandelin en leefregels

De nabehandeling duurt gemiddeld drie tot zes maanden. Na drie dagen mag u thuis zelf het verband verwijderen en een kleiner verbandje eromheen doen. Bij een huidtransplantatie moet het verband na vijf dagen worden verwijderd op de poli. De fysiotherapie, en de ergotherapie nemen contact met u op voor de verdere behandeling. Leefregels voor thuis zijn als volgt:

  • Pijnstillers
    Deze zijn soms nodig; paracetamol is voldoende.
  • Mitella
    U draagt de eerste twee/drie dagen een mitella om zwelling te voorkomen en/of te verminderen.
  • Strekspalk/nachtspalk
    Om voorkoming van littekenverkorting te voorkomen, krijgt u in de eerste dagen na de operatie een strekspalk aangemeten. De spalk moet de vingers zo recht mogelijk houden, zonder te veel pijn of bloedeloosheid te veroorzaken. Afhankelijk van de mate van samentrekken van het litteken, draagt u de spalk gemiddeld drie tot zes maanden gedurende de nacht. Als de vingers al voor de ingreep erg krom stonden, krijgt u soms het advies de spalk de eerste tijd ook overdag te dragen. Deze spalk wordt op maat gemaakt door de ergotherapeut. Het maken van de spalk duurt ongeveer een half uur.
  • Oefeningen
    Regelmatig de  doefeningen te doen,  beïnvloedt de littekenvorming meestal gunstig.  
  • Douchen en baden
    Dit mag na drie dagen, maar zorg ervoor dat de hand zo droog mogelijk blijft, totdat de hechtingen verwijderd zijn.
  • Hechtingen
    Na twee weken komt u naar de polikliniek voor het verwijderen van de hechtingen. Autorijden, werken en sporten mag u nadat de hechtingen verwijderd zijn weer opbouwen

Litteken na operatie
Litteken na operatie
Hand na de operatie met strekspalk ter voorkoming van littekenvorming
Hand na de operatie met strekspalk ter voorkoming van littekenvorming.

Oefeningen om gewrichtsstijfheid en peesverkleving te voorkomen

Al in de eerste dagen na de operatie begint u bij de fysiotherapeut in het ziekenhuis met oefeningen voor uw hand. Dit vroegtijdig oefenen is noodzakelijk omdat in deze fase ook de littekenvorming begint en de ongewenste verschijnselen hiervan voorkomen moeten worden. Met deze oefeningen kunt u:

  • een vroegtijdige kromstand van de vingers voorkomen;
  • gewrichtsstijfheid voorkomen;
  • er voor zorgen dat de pezen soepel blijven glijden.

 

In het begin moet u regelmatig naar de fysiotherapie  gaan. Als de wondgenezing onder controle is en u de oefeningen zelf kunt uitvoeren, kanhet aantal  de behandelingen teruggebracht worden. De fysiotherapeut instrueert en begeleidt u bij het doen van de oefeningen en eventuele littekenmassage.

De duur van de begeleiding is afhankelijk van uw vorderingen tijdens de therapie. In het oefenschema op de volgende pagina vindt u de basisoefeningen terug. Deze oefeningen doet u de eerste weken elk uur tien keer, waarbij u de positie vijf seconden vasthoudt. In de periode daarna zullen onder begeleiding van de fysiotherapeut de oefeningen uitgebreid worden.

Oefeningen na een Dupuytren operatie

Als de onderstaande bewegingen niet goed of niet ver genoeg lukken, kunt u met met behulp van  uw andere hand proberen iets verder te bewegen.

  1. Maak uw vingers zo recht mogelijk tien maal vijf  seconden.
  2. Buig uw vingertoppen zo ver mogelijk (haakvuist) tien maal vijf seconden.
  3. Probeer de vingertoppen vlak op de duimmuis te leggen (vlakke vuist) tien maal vijf seconden.
  4. Maak een volledige vuist, waarbij u probeert de vingertoppen zo ver mogelijk “in” de hand brengt, (volledig vuist) tien maal vijf seconden.

Contact

We behandelen u naar beste kunnen. Garantie op de resultaten of op een ongestoord verloop kunnen we u echter niet geven. Hebt u nog vragen na het lezen van dit informatieblad, neem dan gerust contact met ons op:

Polikliniek Plastische Chirurgie
043-387 70 00 (tijdens kantooruren)

Spoedeisende Hulp (SEH)
043-387 67 00 (avond, nacht en weekend)

Websites

Laatst bijgewerkt op 27 juni 2023. Bekijk de meest actuele versie van deze folder op: info.mumc.nl/pub-544