Dikke darmoperatie - sigmoidresectie

De meeste mensen met dikke darmkanker krijgen een operatie.
De operatie kan op 2 verschillende manieren gebeuren: met een open operatie of met een kijkoperatie.
Welke manier u krijgt, hangt af van:

• de grootte van de tumor
• de uitgebreidheid van de tumor
• of er uitzaaiingen zijn
• de plaats van de tumor
• of u al eerder operaties kreeg 
• uw conditie

Bij een open operatie gebeurt de operatie op de traditionele manier met een grote snee in uw buik.

Bij een kijkoperatie brengt de chirurg een kijkbuis en andere instrumenten door een paar gaatjes in uw buik naar binnen. En u krijgt een kleine snee, waardoor het zieke stuk darm naar buiten kan.

Uw arts zal met u bespreken welke soort operatie voor u het beste is.

Tijdens de operatie verwijdert de chirurg het zieke stuk darm. Dat is in dit geval het sigmoïd, het “S-vormige” deel van de dikke darm. De chirurg verwijdert ook de lymfklieren die horen bij het stuk darm met de tumor. Daarna zet hij de beide delen van de darm weer aan elkaar.

Elke operatie heeft risico’s.
De kans op problemen is klein, maar de arts zal voor de operatie de mogelijke problemen met u bespreken.
Problemen zorgen altijd voor een langer herstel.

Algemene problemen, die na elke operatie kunnen gebeuren, zijn:

• Nabloeding
• Infectie of ontsteking
• Long-ontsteking
• Trombose

Na een sigmoïdresectie zijn de volgende specifieke problemen mogelijk:

• Het duurt langer tot de darmen weer werken:
  de darm heeft stil gelegen tijdens de operatie en heeft soms langer tijd nodig om weer te kunnen werken.
• Naad-lekkage:
  Bij de operatie zijn de 2 delen van de darm weer aan elkaar vastgemaakt.
  Door zwakte van het weefsel kan een lek ontstaan.
  Het kan zijn dat u dan een nieuwe operatie nodig heeft en dan zelfs een stoma krijgt.