U krijgt een aantal gesprekken in Kempenhaeghe en in het ziekenhuis. Hierna bepalen wij of u een operatie krijgt. De operatie zorgt voor een diepe stimulatie van de hersenen. Afgekort noemen we deze operatie DBS. Tijdens de operatie plaatsen wij elektroden in uw hersenen. Deze staan in verbinding met een neurostimulator. Dit is een soort pacemaker.
In deze folder leest u meer over deze operatie, de voorbereiding, de mogelijke complicaties en de periode na de operatie.
Doel van de behandeling
U heeft epileptische aanvallen. Met medicijnen is het niet gelukt om de hoeveelheid en ernst van deze aanvallen te verminderen. We gaan proberen of dit met een operatie wel lukt.
Voorbereiding
Bij uw opname in het ziekenhuis zijn de artsen en verpleegkundigen van het epilepsieteam aanwezig. U wordt een paar dagen voor de operatie opgenomen op verpleegafdeling C5. Dit ligt aan de andere onderzoeken die u nog krijgt. Er wordt in ieder geval een MRI-scan gemaakt.
U moet uw medicijnen tegen epilepsie rond de operatie gewoon blijven innemen. Soms is hierin een aanpassing nodig. De arts bespreekt dit met u.
De dag van de operatie
Op de dag van de operatie krijgt u een blaaskatheter, om uw urine op te vangen. U kunt namelijk niet zelf naar de wc. Wij brengen u rond 7.45 uur naar de operatiekamer. Hier krijgt u een infuus in uw arm. Daarna krijgt u een plaatselijke verdoving. Voor de operatie maken wij een zogenaamd stereotactisch frame vast op uw hoofd. Daarna brengen wij u naar de afdeling Beeldvorming. Hier krijgt u een CT-scan.
Tijdens de operatie wordt een gebied in uw hersenen gestimuleerd. De chirurg bekijkt hoe dit gebied het beste bereikt kan worden. Daarvoor gebruikt hij de MRI- en de CT-scan. Deze berekening duurt ongeveer 45 minuten.
De operatie
De neurochirurg voert de operatie uit. De operatie bestaat uit 2 delen:
1. Het plaatsen van de elektroden
2. Het plaatsen van de inwendige neurostimulator
1. Het plaatsen van de elektroden
Tijdens de operatie bent u helemaal onder narcose. Eerst maken we het frame op uw hoofd vast aan de operatietafel. We maken een kleine snee in uw hoofdhuid. Daarna boren we een gaatje in de schedel. De neurochirurg brengt eerst een paar hele fijne testelektroden aan in uw hersenen. Deze vangen elektrische signalen op. Zo ziet de neurochirurg precies waar de elektroden zitten. Na de testfase vervangt hij de testelektroden door de definitieve elektroden. We maken deze elektroden in het boorgat vast aan de schedel. Daarna doen we ditzelfde in de andere helft van uw hersenen. De hele operatie, met alle voorbereidingen, duurt 4 tot 5 uur.
2. Het plaatsen van de neurostimulator
Als de elektroden zijn geplaatst, plaatsen wij de neurostimulator. Deze wordt onder de huid geplaatst. De arts bespreekt met u wanneer dit gebeurt. Het kan in dezelfde operatie als het plaatsen van de elektroden. Maar ook een paar dagen later. Dit heeft ermee te maken of u wel of niet meedoet aan een wetenschappelijk onderzoek.
Het plaatsen van de neurostimulator gebeurt ook onder narcose. Ook hier merkt u niets van. We plaatsen de neurostimulator onder het sleutelbeen of in de buik. De operatie duurt ongeveer 1 uur.
Tijdens de operatie verbinden we de elektroden aan verlengdraden. We trekken deze draden onder de huid, achter het oor door tot onder het sleutelbeen of in de buik. Hier maken we ze vast aan de neurostimulator.
Na de operatie gaat u naar de Recovery of naar de Medium Care van verpleegafdeling C5. Wij houden u daar 24 uur in de gaten. Dit is nodig om te zien of er complicaties en/of bijwerkingen optreden. De eerste 24 uur krijgt u antibiotica via een infuus. Dit is om het risico op infectie zo laag mogelijk te houden. Na de operatie maken we opnieuw een CT- of MRI-scan van de hersenen. Dit doen we om de positie van de elektroden te controleren.
Zodra u wakker bent, krijgt u uw eigen epilepsiemedicijnen.
De stimulatie wordt ongeveer 1 week na de operatie aangezet. Dit gebeurt meestal op de locatie Kempenhaeghe in Heeze of Oosterhout.

Complicaties en bijwerkingen
Na de operatie kunt u de volgende complicaties en bijwerkingen krijgen.
Bloeding in de hersenen
De kans hierop is heel klein. Een bloeding rond de elektrode geeft meestal geen klachten. Maar er kunnen uitvalsverschijnselen optreden. Zoals verlamming.
Een infectie
De kans op een ontsteking is klein. Na het inbrengen van de elektroden krijgt u 24 uur lang antibiotica. Dat doen we om de kans op een ontsteking zo klein mogelijk te maken.
Bijwerkingen van de stimulatie
De stimulatie van de hersenen kan bijwerkingen veroorzaken. Denk aan stemmingsproblemen, zoals depressieve klachten. Of geheugenstoornissen. Het is niet bekend of mensen met deze klachten hier door de operatie meer last van krijgen. De arts bespreekt dit met u en kijkt naar eventuele risico’s. Een andere bijwerking is problemen met slapen. Met name bij het inslapen en doorslapen. Al deze bijwerkingen kunnen samenhangen met de sterkte van de stimulatie. Ze kunnen dus ook verdwijnen als we de instellingen aanpassen. Uw neuroloog bespreekt dit met u.
Bijwerkingen van de anesthesie
Allebei de operaties gebeuren onder volledige narcose. Na de narcose komen ernstige complicaties of bijwerkingen bijna niet meer voor. U kunt wel last krijgen van misselijkheid, braken en keelpijn. Deze klachten verdwijnen meestal binnen een paar dagen. Bent u misselijk? Geef dit door aan de verpleegkundige. U krijgt hiervoor dan een medicijn.
Levensduur batterij pacemaker
In de neurostimulator zit een batterij. Deze gaat tussen de 2 en 5 jaar mee. Dat is afhankelijk van de instellingen van de stimulatie. Als de batterij leeg is, krijgt u een nieuwe neurostimulator met een volle batterij. De elektroden en draden in uw hersenen worden niet vervangen. Voor het vervangen van de neurostimulator krijgt u een plaatselijke verdoving. Deze operatie duurt ongeveer 20 minuten.

Ontslag
Ongeveer 1 week na de operatie mag u naar huis. U krijgt afspraken mee voor de verdere behandeling. En voor het aanzetten van de stimulatie. De neuroloog bespreekt dit met u. Het instellen van de stimulatie is maatwerk. Dit gebeurt stap voor stap. Net zoals het opbouwen van de medicatie. Als het nodig is, passen we de frequentie en sterkte van de stimulatie aan. Daarvoor moeten we eerst wachten op het effect van de behandeling op de aanvallen. Het kan dus een tijd duren voordat u merkt dat de stimulatie werkt. We moeten hierbij zoeken naar instellingen die zorgen voor goede resultaten en weinig bijwerkingen.
Na 1 jaar krijgt u een uitgebreide controle in het ziekenhuis. Deze controle is daarna ieder jaar.
Weer thuis
Als alles normaal geneest, hebben de wondjes van de operatie geen speciale verzorging nodig.
Wachtlijst
Wij bespreken met u of er een wachtlijst is. En wanneer u aan de beurt bent.
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Of heeft u voor of na de operatie nog vragen? Bel dan de casemanager. Deze is bereikbaar tijdens kantooruren.
Casemanager
Telefoon: 043 - 387 40 54 of 043 - 387 60 52
Heeft u ’s avonds, ’s nachts of in het weekend problemen met uw neurostimulator? Bel dan de Spoedeisende Hulp (SEH) en vraag naar de dienstdoende neurochirurg.
Spoedeisende Hulp
Telefoon: 043 - 387 67 00