Een intravitreale injectie is een injectie die in het glasachtig lichaam van het oog wordt gezet. Deze injectie wordt toegepast bij ziektes van het netvlies zoals leeftijdsgebonden maculadegeneratie, trombose van de vaten in het oog of suikerziekte. Omdat het geneesmiddel heel dicht bij het netvlies wordt ingespoten en daarna vrij lang in het oog aanwezig blijft (enkele weken tot maanden) is er maar een hele kleine hoeveelheid nodig.
U heeft samen met uw behandelend arts besloten dat u een behandeling krijgt met een dergelijke injectie in één of beide ogen.
Het toedienen van deze injecties vindt plaats op niveau 0 (groen) op de polikliniek van de Universiteitskliniek voor Oogheelkunde Maastricht UMC+.
Op het afgesproken tijdstip meldt u zich aan bij de aanmeldzuil en neemt u vervolgens plaats in wachtruimte A op niveau 0 (groen).
Voorbereiding
In de voorbereidingsruimte worden allereerst uw gegevens nagekeken. Vervolgens worden uw ogen gecontroleerd op bijvoorbeeld infecties en krijgt u een plakstripje boven het oog waarin de injectie moet komen. Verder krijgt u ter voorbereiding verdovende druppels toegediend.
Zodra u aan de beurt bent wordt u naar de naastgelegen behandelruimte gebracht.
De behandeling
In de behandelruimte neemt u plaats in de behandelstoel. De arts controleert uw gegevens.
U krijgt nogmaals verdovende oogdruppels toegediend en met een wattenstok wordt het verdovingsmiddel nog eens op de injectieplaats gebracht. Daarna worden uw oog en de oogleden gedesinfecteerd. U krijgt een steriele doek om uw oog en er wordt een ooglidspreider geplaatst zodat de oogleden van elkaar worden gehouden. Van de arts krijgt u instructies in welke richting u moet kijken.
Vervolgens wordt de injectie geplaatst. Na de injectie worden de ooglidspreider, de steriele doek en het boven het oog geplaatste plakstripje verwijderd en wordt de huid rondom het oog schoongemaakt. Vervolgens wordt er zalf in het oog gedaan om eventuele irritatie in het oog te verminderen. Voordat u weg gaat, krijgt u nog instructies waar u op moet letten als u weer thuis bent. U verlaat de behandelkamer en vervolgens kunt u naar huis gaan. Ook wordt dan nog gecontroleerd of de datum voor een volgende injectie of voor de controle vaststaat.
Nazorg
Er is geen speciale nazorg nodig. Het is wel verstandig dat u de eerste drie dagen niet gaat zwemmen of naar de sauna gaat.
Mogelijke complicaties
Een belangrijke complicatie is een endoftalmitis.
Dit is een ernstige ontsteking in het inwendige oog veroorzaakt door een bacterie. Hierdoor kan het zien minder worden. Het risico hierop is ongeveer 1 per 3000 injecties. Als u merkt dat in de dagen na de injectie het oog rood wordt, pijn gaat doen of u als u waziger gaat zien dan moet u direct de oogarts bellen.
Een andere, minder ernstige complicatie is dat sommige patiënten na de injectie een bolletje of vlekje zien onder in het beeld. Dit kan ook enigszins bewegen. Na 1-2 dagen moet dit weer weg zijn. Als het bolletje of vlekje groter wordt of gepaard gaat met lichtflitsen dan moet u de oogarts bellen.
Sommige patiënten gaan minder zien na een injectie bijvoorbeeld omdat ze een bijzondere vorm van maculadegeneratie hebben. U moet dan contact opnemen met de oogarts. Bel hiervoor tijdens kantooruren met de polikliniek Oogheelkunde.
Het kan zijn dat het oog na de injectie geïrriteerd en wat pijnlijk is. Dit moet de volgende dag een stuk minder zijn. Als het oog de volgende dag nog erg pijnlijk is dan moet u de oogarts bellen.
Een minder belangrijke complicatie is een bloeding op het oogwit. Deze is na 10-14 dagen weer verdwenen.
Contact
Heeft u na het lezen van dit informatieblad nog vragen, neem dan contact met ons op.
Polikliniek Oogheelkunde
043-387 68 00 op werkdagen van 08.30 uur tot 17.00 uur
Spoedeisende Hulp (SEH)
043-387 67 00 `s avonds, `s nachts en in het weekend; vraag naar de dienstdoende oogarts