Mumc+ foto online folders

Folder

Hoornvliestransplantatie

In overleg met uw oogarts heeft u besloten een hoornvliestransplantatie te laten uitvoeren, omdat uw hoornvlies door een oogziekte of trauma beschadigd is. Hierdoor is de functie van het hoornvlies en daarmee de gezichtsscherpte beperkt. De operatie kan plaatsvinden onder plaatselijke of volledige verdoving. In dit blad krijgt u meer informatie over deze ingreep.

De hoornvliestransplantatie wordt uitgevoerd om gezichtsscherpte te verbeteren, pijn te verminderen of om een hoornvliesperforatie te herstellen. Bij een hoornvliestransplantatie wordt het zieke deel van het hoornvlies vervangen door een gezond donorhoornvlies. Afhankelijk van uw aandoening, worden alle lagen (perforerende transplantatie) of alleen de zieke lagen (lamellaire transplantatie) van uw hoornvlies vervangen. U krijgt van ons een transplantatiefolder waarin u uitleg krijgt over de verschillende technieken.

Het hoornvlies
Het hoornvlies

De operatie

Op de dag van uw operatie meldt u zich op het afgesproken tijdstip:

  • Bij het Dagcentrum van de polikliniek Oogheelkunde op niveau 3 van de Oogtoren (volg vanuit de ingang van het ziekenhuis route 3) indien u onder plaatselijke verdoving wordt geopereerd.
  • Bij de balie van verpleegafdeling C2 (route C-2 groen) indien u onder volledige narcose wordt geopereerd.

Vooraf aan de ingreep wordt, op de huid boven het oog dat geopereerd wordt, met stift een pijl getekend. Ook krijgt u ter voorbereiding één of meerdere oogdruppels antibiotica toegediend. Vervolgens wordt u naar de operatieafdeling gebracht.

Daar wordt eerst het oog steriel afgedekt. Tijdens de ingreep wordt een rond schijfje uit het zieke hoornvlies verwijderd en vervangen door zo ́n zelfde schijfje uit een helder donorhoornvlies. Afhankelijk van het type transplantatie duurt de ingreep 1 tot 2 uur.

Na de operatie krijgt u een oogkapje opgeplakt. Wanneer u bent geopereerd onder plaatselijke verdoving mag u in de loop van de ochtend naar huis. Bent u onder algehele narcose geopereerd? Dan mag u in de loop van de dag of de volgende dag naar huis. Wij adviseren u begeleiding mee te nemen. U mag namelijk niet zelfstandig aan het verkeer deelnemen na een oogoperatie.

Mogelijke complicaties

Om infecties en afstoting te voorkomen, is het belangrijk dat u na de operatie regelmatig de oogdruppels gebruikt (zoals voorgeschreven door uw arts).

Een zeldzame complicatie is de afstoting van het hoornvlies. Symptomen hiervan kunnen zijn; roodheid van het oog, pijn en verminderd zien. De meeste afstotingen komen voor in de eerste twee jaar na de operatie. Indien de afstoting tijdig wordt behandeld, kan het hoornvlies weer herstellen.

Weer thuis

De dag na de operatie mag u het oogkapje verwijderen en moet u starten met de oogdruppels. Uitgebreide informatie over de nazorg en het druppelen leest u in het blad Toedienen oogdruppels en oogzalf, die u na uw operatie mee naar huis krijgt. Door de operatie verandert uw brilsterkte. Uw brilsterkte is meestal na twee tot drie maanden stabiel. Daarom raden we u aan pas na drie maanden een nieuwe bril te laten aanmeten.

Melden bij problemen

U moet direct met ons contact op te nemen bij:

  • hoofdpijn die erger is dan normaal, of hoofdpijn die samen gaat met extreme misselijkheid
  • toenemende roodheid of pijn van het oog

Contact

Als u na het lezen van dit informatieblad nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan uw behandelend arts of bellen met de afdeling Oogheelkunde van het Maastricht UMC+.

    Polikliniek Oogheelkunde
    043 - 387 68 00 (op werkdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur)

    Spoedeisende Hulp (SEH)
    043 - 387 67 00 (na 17.00 uur en in het weekend) 
    Vraag naar de dienstdoende oogarts.

    Laatst bijgewerkt op 26 mei 2023. Bekijk de meest actuele versie van deze folder op: info.mumc.nl/pub-778