Samen met uw nefroloog hebt u besloten dat u in aanmerking wilt komen voor een niertransplantatie. Om te kunnen bepalen of dit in uw situatie inderdaad mogelijk is en om in kaart te brengen welke risico’s of problemen zich hierbij kunnen voordoen, is een uitgebreid pre- transplantatieonderzoek noodzakelijk. Ongeacht voor welke vorm van transplantatie er uiteindelijk gekozen wordt.

Waarom een pre-transplantatieonderzoek?
Het doel van dit onderzoek is enerzijds om te beoordelen of uw algehele conditie goed genoeg is om zo’n ingrijpende niertransplantatie goed te kunnen doorstaan. Daarnaast wordt er gekeken naar eventuele infectiebronnen, zoals galstenen, gebitsinfecties of wonden.
Na een niertransplantatie krijgt u namelijk medicijnen om afstoting van de nieuwe nier te voorkomen, en daarmee vermindert ook uw afweer tegen infecties. De meeste pre- transplantatieonderzoeken zijn standaard en zullen bij elke pre-transplantatiepatiënt worden uitgevoerd. Een aantal onderzoeken zijn echter op indicatie, afhankelijk van uw specifieke gezondheidssituatie en uw medische voorgeschiedenis. Verder zullen een aantal te verrichten onderzoeken afhankelijk zijn van uw leeftijd en geslacht.
Bij vrouwen zullen eventueel röntgenfoto’s van de borsten en een baarmoederuitstrijkje gemaakt moeten worden en bij mannen zal mogelijk bloedonderzoek ten behoeve van de prostaatfunctie nodig zijn.
De standaardonderzoeken zijn:
- röntgenfoto’s van hart/longen;
- röntgenfoto’s van het gebit en de kaak;
- röntgenfoto’s (CT-scan) van de buik in verband met mogelijke verkalkingen van de bloedvaten;
- vaatonderzoek van de buikvaten naar eventuele verstoppingen;
- elektrocardiografie (een hartfilmpje);
-
echografie van de buik in verband met mogelijke galstenen en bij cystenieren om de grootte van de eigen nieren te bepalen.
Verdere standaardonderzoeken zijn
Mantoux-bepaling: Via een onderhuidse inspuiting wordt beoordeeld of u ooit in contact bent geweest met tuberculose. Dit is van belang voor eventuele medicatie na niertransplantatie. In sommige gevallen wordt bloed geprikt als alternatief voor de Mantoux-bepaling.
Bloedonderzoek: Om aan te tonen of uit te sluiten dat u bepaalde virusinfecties hebt doorgemaakt. Het gebruik van afweerremmers kan er namelijk voor zorgen dat deze virussen na een transplantatie ziekteverschijnselen veroorzaken.
Bloedonderzoek voor weefseltypering: Om de voor u specifieke eigenschappen en eventuele antistoffen te bepalen.
Dit zijn erfelijke eigenschappen die u van uw ouders hebt meegekregen. Antistoffen ten gevolge van contact met vreemde eigenschappen kunnen ontstaan door:
- bloedtransfusies (zelden);
- zwangerschappen, ook een eventuele abortus;
- eerdere orgaantransplantaties.
Het bloedonderzoek voor weefseltypering is van belang voor het bepalen of een nier geschikt is. In sommige gevallen zal ook bloed moeten worden afgenomen van naaste familieleden, voor verdere typering van weefseleigenschappen en om uit te kunnen zoeken of er mogelijk antistoffen zijn. Bij vrouwen die zwanger zijn geweest, wordt altijd bloed afgenomen van de kinderen en hun biologische vader. Zodra deze weefseleigenschappen bekend zijn, komt u op de wachtlijst te staan.
In elk transplantatiecentrum in Nederland worden globaal dezelfde onderzoeken gedaan volgens een hiervoor opgestelde richtlijn. Er kunnen wat nuanceverschillen zijn tussen de verschillende transplantatiecentra.
Na de eerste weefseltyperingsonderzoeken zal er elke 3 maanden bloed worden afgenomen voor de meest actuele stand van zaken betreffende de antistoffen. Dit is een belangrijk onderzoek om de ontwikkeling van antistoffen goed te kunnen volgen.
Niet-standaardonderzoeken
Afhankelijk van uw geslacht en/of medische voorgeschiedenis kunnen voor u aanvullende onderzoeken noodzakelijk zijn. Deze worden dus niet voor iedere patiënt standaard uitgevoerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om:
Consult cardiologie – Als u hartproblemen, -klachten of vaatproblematiek hebt of hebt gehad, dan gaat u voor de transplantatie nog naar de cardioloog. De uit te voeren onderzoeken worden afgesproken in overleg met de cardioloog.
Consult longarts – Hebt of had u klachten van de luchtwegen, dan gaat u voor de transplantatie nog naar de longarts. De uit te voeren onderzoeken worden afgesproken in overleg met de longarts.
Consult urologie – Hebt of had u klachten van de blaas of van de urinewegen, dan gaat u voor de transplantatie nog langs bij de uroloog. Ook indien er sprake is van grote cystenieren. De uit te voeren onderzoeken worden afgesproken in overleg met de uroloog.
Consult gynaecoloog – Om gynaecologische aandoeningen bij vrouwen uit te sluiten. Verder kunnen er meerdere onderzoeken plaatsvinden, afhankelijk van uw leeftijd, voorgeschiedenis, dan wel op basis van bevindingen tijdens de standaardonderzoeken.
Andere aandachtspunten bij het pre-transplantatieonderzoek
De eigen nieren blijven meestal zitten. Redenen om ze toch te verwijderen kunnen zijn:
- een infectie;
- een niet te behandelen hoge bloeddruk;
- veel pijnklachten;
- bloedverlies via de urine;
- gebrek aan ruimte in het bekken, vaak ten gevolge van cystenieren.
Een belangrijk aspect in het geheel is ook dat psychosociale aspecten geen negatief effect op de transplantatie mogen hebben. Hiertoe zal het maatschappelijk werk in het eigen centrum een inventarisatie doen en zo nodig een begeleidingsplan opstellen.
Na het afronden van deze onderzoeken volgt een poliklinische afspraak met een van de nefrologen, vaatchirurg en verpleegkundig specialisten die zich specifiek bezighouden met niertransplantaties in het Maastricht UMC+. Het kan zijn dat er naar aanleiding van dit bezoek nog een aantal aanvullende onderzoeken moeten worden uitgevoerd.
Zodra u start met deze onderzoeken komt u op de wachtlijst met de aantekening dat het pre- transplantatieonderzoek nog niet klaar is. Pas als alle onderzoeken zijn afgerond met een bevredigende uitslag, bent u transplantabel. Dat wil zeggen dat u vanaf dat moment opgeroepen kunt worden als er een geschikte nier komt.
Als wachttijd telt de tijd vanaf de eerste dialysedag
Gezien de vaak lange wachttijden voor een niertransplantatie, kan het noodzakelijk zijn dat bepaalde onderzoeken periodiek herhaald worden. Dit om uit te sluiten dat zich belangrijke veranderingen in uw situatie hebben voorgedaan tijdens de wachttijd. Dit geldt uiteraard ook en in het bijzonder als zich nieuwe klachten voordoen. Het is verstandig deze met uw behandelend nefroloog te bespreken, zodat deze de noodzakelijke onderzoeken kan laten verrichten.
Alle onderzoeken vinden plaats in het eigen dialysecentrum en worden teruggekoppeld naar het transplantatiecentrum.
Hebt u na het lezen van deze informatie over het pre-transplantatieonderzoek nog vragen, dan kunt u deze altijd voorleggen aan uw behandelend (dialyse)arts, de verpleegkundigen, de verpleegkundig specialisten een maatschappelijk werker of aan de medewerkers van de afdeling Niertransplantatie.