MUMC+

Folder

Hypofyse adenoom, de operatie

Informatie over de operatie aan een hypofyse adenoom

U wordt geopereerd aan de hypofyse. De arts heeft dit met u besproken.
De hypofyse is een kleine klier, zo groot als een erwt. Deze zit aan de onderkant van de hersenen, achter de rug van de neus (zie plaatje 1).
De hypofyse maakt verschillende hormonen aan. Het is belangrijk voor uw gezondheid dat de hypofyse goed werkt. Als deze te veel of te weinig hormonen aanmaakt, kunt u ziek worden. Dit gebeurt meestal door een goedaardig gezwel. We noemen dit een hypofyse adenoom.

In deze folder leggen we uit wat er vóór, tijdens en na de operatie gebeurt. Wilt u meer informatie over de hypofyse en de verschillende hormonen? Kijk dan op de websites die in deze folder staan.
Laat deze folder gerust ook aan familie lezen. Dan weten ook zij wat ze kunnen verwachten.

Hypofyse
1: Plaats van de hypofyse

Voorbereiding

Wij nemen u op de dag voor de operatie op in het ziekenhuis. U ligt straks op verpleegafdeling B5, Interne Geneeskunde. Of op verpleegafdeling D5, Neurochirurgie. Dit hangt af van welke operatie u krijgt. 
U blijft hier vijf tot acht dagen. Hoelang u moet blijven, bespreken we met u op de polikliniek.

Op de dag van de opname heeft u een gesprek met de arts en verpleegkundige van de verpleegafdeling. Ook komen de neurochirurg, de endocrinoloog en de verpleegkundige endocrinologie bij u langs. De neurochirurg is een specialist in aandoeningen aan onder meer de hersenen. De endocrinoloog is een specialist in ziekten aan organen die hormonen maken.

De artsen leggen nog eens rustig uit wat er gaat gebeuren. En u kunt al uw vragen stellen. Daarna maken we een CT-scan van uw neus en de neusbijholtes. Dat gebeurt op de afdeling Beeldvorming. De artsen gebruiken deze foto’s tijdens de operatie.

Vóór de operatie krijgt u een infuus. Via dit infuus krijgt u vocht en medicijnen. Ook krijgt u een slangetje in de blaas (blaaskatheter). Zo zien we hoeveel u plast. Als alles goed gaat, halen we het slangetje de dag na de operatie weer weg. Om trombose (stolsel in de bloedvaten) te voorkomen, krijgt u speciale kousen aan. U moet deze aanhouden tot u naar huis gaat.

De operatie

 

De operatie kan op twee manieren. We geven kort uitleg over deze operaties.


Manier 1. Operatie via de neus (transnasale techniek)

We voeren deze operatie bij 9 van de 10 patiënten uit. Dit doen we samen met de keel-neus-oorarts. Deze brengt via een neusgat een kijkbuis (endoscoop) naar binnen tot vlak bij het gezwel. De neurochirurg haalt het gezwel via het andere neusgat weg.
De operatie via de neus is meestal de makkelijkste manier. De hypofyse ligt namelijk achter de rug van de neus. De operatie duurt 1 tot 3 uur. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer op de afdeling Recovery, of naar de Medium Care op verpleegafdeling C5. U blijft hier 24 uur.
Als u goed wakker bent en er geen problemen zijn, gaat u terug naar de Interne Geneeskunde, afdeling B5.


Manier 2. Operatie via een luikje in de schedel (trepanatie)

Soms is het gezwel niet goed bereikbaar via de neus. In dat geval opereert de neurochirurg via een luikje in de schedel. Het gezwel wordt via dit luikje verwijderd.
Deze operatie voeren we bij 1 van de 10 patiënten uit. De operatie duurt een aantal uur.
Daarna gaat u naar de Medium Care op verpleegafdeling C5. U blijft hier tot de volgende ochtend. We houden u hier goed in de gaten.
Als er geen problemen zijn, gaat u naar verpleegafdeling D5,
Neurochirurgie.

Mogelijke complicaties

Lekkage van hersenvocht (liquor)
Bij ongeveer 5 van de 100 patiënten ontstaat tijdens of na de operatie een lekkage van hersenvocht. De arts maakt deze lekkage tijdens de operatie dicht. Heel soms gebruikt hij daarvoor vetweefsel uit de buik.
Lekt er na de operatie nog vocht uit de neus? Dan voeren we het vocht af via een slangetje (drain) in de rug. We plaatsen dit slangetje via een ruggenprik. Hierdoor zakt de druk op de wond.
Krijgt u een drain? Dan moet u een aantal dagen plat op bed blijven liggen. Hierdoor herstelt de operatiewond. U mag niet rechtop komen. Ook niet om te eten of om naar de wc te gaan. De neurochirurg bepaalt hoeveel dagen u plat moet liggen. Dit wisselt van drie tot zeven dagen.

Soms ontstaat een lekkage van hersenvocht pas later. Dat kan na een paar dagen of na een paar weken.
Drupt er vocht uit uw neus? Of heeft u een metaalsmaak in uw mond? Zeg dit altijd tegen de verpleegkundige of de arts op de afdeling. Meestal komt dit door spoelvloeistof. Deze gebruiken we tijdens de operatie.
Heeft u toch een lekkage? Dan kan de neurochirurg een drain plaatsen.

Bent u via de neus geopereerd? En drupt er na de operatie vocht of bloed uit uw neus? Zeg dit altijd tegen de verpleegkundige of de arts op de afdeling.

Lagere afgifte van het antidiuretisch hormoon (ADH)
ADH is een hormoon. Dit houdt het vocht in het lichaam in evenwicht. Het hormoon wordt bewaard in de achterkwab van de hypofyse.
Na de operatie komt er misschien te weinig van dit hormoon vrij. Hierdoor moet u de eerste dagen misschien veel plassen. Dit is meestal tijdelijk (de eerste drie dagen). Dit herstelt spontaan. Soms blijft dit zo. We behandelen dit met pillen of een neusspray.

Bloeding in het operatiegebied
De oorzaak van een bloeding na de operatie is niet altijd bekend. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een schommeling in de bloeddruk. Of door een gestoorde stolling van het bloed.
Krijgt u een bloeding? Dan moeten we misschien opnieuw opereren.

Uitval van een oogzenuw
Na de operatie kan een zenuw van het oog niet meer werken. Dit komt bijna nooit voor. Hierdoor ziet u minder. Dit kan tijdelijk zijn, maar dit kan ook zo blijven.

Hydrocortison stressschema

De hypofyse maakt het hormoon ACTH aan.
Dit hormoon zorgt ervoor dat de bijnier cortisol aanmaakt. Cortisol is ook een hormoon. Dit vangt lichamelijke stress op. Bijvoorbeeld bij operaties, of ontstekingen. En het vangt geestelijke stress op.
Door de operatie valt het hormoon ACTH misschien uit. Dit kan tijdelijk zijn, maar ook zo blijven. Hierdoor maakt u zelf onvoldoende of geen cortisol aan.
We willen dit voor zijn. Daarom krijgt u vanaf de dag van de operatie het medicijn hydrocortison. We noemen dit ook wel hydrocortison stressschema. Hydrocortison vervangt cortisol.
Zes dagen na de operatie krijgt u dit medicijn niet meer. Uw bijnier moet nu zelf weer cortisol aanmaken. Dit gaat soms moeilijk. U kunt hierdoor klachten krijgen. Denk aan:

  • Niet lekker voelen
  • Misselijk
  • Braken
  • Diarree
  • Duizeligheid

Voelt u zich niet lekker? Zeg dit dan tegen de verpleegkundige of de arts op de afdeling.

Zes dagen na de operatie controleren wij uw bloed. We kijken dan hoe de hypofyse het doet. U moet hiervoor nuchter zijn. Dit betekent dat u de avond van tevoren vanaf 22.00 uur niet meer mag eten. U mag wel water drinken.

Ook mag u de avond en ochtend voor het bloedprikken geen hydrocortison innemen. Na het bloedprikken mag u weer eten en drinken. U krijgt dan ook 10 milligram hydrocortison. En de andere pillen die u ’s morgens gebruikt.

In de loop van de dag of de volgende dag krijgt u de uitslag van het onderzoek. U hoort dan of u mag stoppen of moet doorgaan met de hydrocortison. Totdat u de uitslag van het bloedonderzoek heeft gehad, blijft u de hydrocortison tabletten 3 keer per dag innemen.
De arts maakt ook afspraken met u over het gebruik van andere medicijnen.

Na de operatie

U krijgt regelmatig controles.
Wij meten bijvoorbeeld uw temperatuur, hartslag en bloeddruk.
Ook kijken we hoe uw pupillen op licht reageren.
De verpleegkundige controleert ook of er geen bloed of hersenvocht uit uw neus lekt.

Daarnaast kijken we of u niet te veel of te weinig vocht binnen krijgt. Er moet een goed evenwicht zijn tussen wat u drinkt en plast en uw gewicht. De verpleegkundige houdt dit bij.
Als u weer uit bed mag, wegen we u iedere dag. We prikken ook iedere dag bloed.


Na de operatie krijgt u neuszalf en spoelingen voor de neus. De KNO-arts bespreekt dit met u op de afdeling. Meer informatie hierover vindt u op de website van de KNO-afdeling.

U mag naar huis als alle afspraken zijn geregeld. U hoort dan ook welke medicijnen u verder moet gebruiken.

Belangrijk:

  • Zorg dat er de eerste twee dagen thuis iemand is die u kan helpen.
  • Zorg dat u thuis een thermometer en weegschaal heeft.

Afspraken

Na de operatie moet u terugkomen voor controle. U moet hiervoor naar verschillende poliklinieken.

Bent u op de vierde dag na de operatie ontslagen?
Dan is het belangrijk dat u zelf uw metingen goed bijhoudt.
Heeft u klachten? Neem dan contact met ons op.
Op dag 5 of 6 na thuiskomst neemt de verpleegkundige endocrinologie contact met u op.
Op dag 6 moet u ’s morgens bloedprikken. U levert dan ook urine in. U krijgt hiervoor van ons formulieren en een potje.
Op dag 7 of 8 krijgt u een afspraak op de polikliniek van de endocrinologie en de KNO. En als het nodig is ook bij de oogarts.

Drie weken na ontslag
U krijgt een afspraak op de polikliniek Endocrinologie.
Een paar dagen voor deze afspraak laat u bloedprikken. U krijgt hiervoor van ons een formulier als u na de operatie naar huis gaat.
De arts bespreekt hoe het met u gaat. Hij bespreekt ook de uitslagen van het bloed. Als het nodig is, maakt hij nieuwe afspraken met u over de medicijnen die u gebruikt. Mogelijk vraagt hij ook een oogheelkundig onderzoek aan.

Wordt u in een ander ziekenhuis behandeld door een endocrinoloog? Dan gaat u voor deze en verdere controles naar die arts. Het kan zijn dat u hiervoor zelf een afspraak moet maken.

Drie maanden na de operatie
U laat een nieuwe MRI-scan van de hypofyse maken.
U krijgt een afspraak bij de oogarts.
Ook laat u weer bloedprikken. De formulieren hiervoor krijgt u als u na de operatie naar huis gaat.
De uitslagen krijgt u na 1 tot 2 weken. Dit gebeurt tijdens een combinatieafspraak op de Hypofysepoli. Bij deze afspraak zijn de neurochirurg, endocrinoloog en de verpleegkundige endocrinologie aanwezig. Zij bespreken samen met u hoe de operatie en uw herstel is verlopen. U krijgt dan ook de uitslag van het weefselonderzoek.

Weer thuis

Het is belangrijk dat u zich thuis aan een aantal regels houdt.

  • U mag uw neus de eerste 6 weken na de operatie niet snuiten. U mag deze alleen afvegen.
  • Probeer niet te hoesten en niezen.
  • Peuter niet in uw neus, om te voorkomen dat uw neus gaat bloeden.
  • Gebruikt u een apneu-apparaat? Overleg dan met de neurochirurg wanneer u dit weer mag gebruiken.
  • U mag de eerste 6 weken na de operatie niet zwemmen in een zwembad.
  • U mag de eerste 6 maanden na de operatie niet duiken met een masker en luchtflessen.
  • Gaat u vliegen of wandelen in de bergen? Dit kan voor drukschommelingen in uw hoofd zorgen. Dat is geen probleem. U kunt hierdoor wel de eerste weken hoofdpijn krijgen.

Contact

Krijgt u één of meerdere van de volgende klachten? Neem dan direct contact op met de arts.

  • Lekt er vocht uit uw neus? Heeft u een metaalsmaak in de mond? Ziet u slechter? Heeft u hele erge hoofdpijn?

Bel dan de neurochirurg: ..............................................................
Telefoon: 043 - 387 60 41

  • Heeft u koorts? Moet u braken? Heeft u diarree? Moet u heel vaak plassen?

Bel dan de endocrinoloog: ..............................................................
Telefoon: 043 - 387 6543

Of bel de verpleegkundige endocrinologie: ..............................................................
Telefoon: 043 - 387 21 69

’s Avonds en ’s nachts belt u naar het algemene nummer van het ziekenhuis 043-387 65 43. Vraag dan naar de neurochirurg of endocrinoloog die dienst heeft.

Laatst bijgewerkt op 26 mei 2023. Bekijk de meest actuele versie van deze folder op: info.mumc.nl/pub-957