


Folder
Ingreep bij Sacrale Neuromodulatie (2)
Uitleg ingreep en start testperiode
Wanneer andere behandelingen niet (voldoende) werken of niet geschikt zijn om uw klachten te verminderen, kunt u mogelijk in aanmerking komen voor sacrale neuromodulatie. Dit is een operatieve behandeling die bestaat uit twee ingrepen en een tussenliggende testperiode. Voor de ingrepen is meestal geen ziekenhuisopname nodig. De ingrepen vinden plaats op het Chirurgisch Dagcentum en worden uitgevoerd onder lokale verdoving. Mocht u nog vragen hebben, stel deze dan voorafgaand aan de ingreep.
Voorbereiding op de eerste ingreep
- Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (zoals Ascal, Plavix, Persantin Acenocoumarol, Marcoumar, Sintrom), moet u voor de operatie stoppen met het innemen van deze medicijnen. Uw behandelend arts bespreekt dit met u. Eventueel moet u tijdelijk een ander soort bloedverdunnend medicijn gebruiken
- U mag vooraf gewoon eten en drinken (u krijgt immers geen narcose)
- Het is noodzakelijk dat u uw behandelend arts informeert als u:
- - overgevoelig bent voor bepaalde geneesmiddelen, zoals bijvoorbeeld antibiotica
- overgevoelig bent voor bepaalde stoffen of materialen, zoals bijvoorbeeld latex, jodium of pleisters
- misschien zwanger bent -
U mag niet alleen komen of naar huis gaan na afloop van de ingreep. Regel daarom van tevoren vervoer ván en naar huis
De eerste fase: begin van de testperiode
U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij het Chirurgisch Dagcentrum op niveau 2. De operatieassistent brengt u naar de onderzoekskamer. De arts tekent op uw onderrug de plaats af waar de elektrode wordt geplaatst. De verpleegkundige spreidt uw billen met pleisters zodat tijdens de teststimulatie de reactie van de anus goed te zien is. Gedurende de ingreep maakt een röntgenlaborant (röntgen)afbeeldingen.
De arts geeft een plaatselijke verdoving op de plek waar de elektrode komt. Hij/zij brengt een testnaald in om de juiste sacrale zenuw te vinden. Zodra de naald is geplaatst, wordt een klein stroompje door de naald naar de zenuw gestuurd. De arts vraagt u wat u voelt. Sommige patiënten ervaren een tintelend gevoel of prikkeling van de bekkenbodemspieren of van de grote teen. Vrouwen kunnen een vaginale prikkeling merken, mannen kunnen een prikkeling ter hoogte van de balzak voelen.
Als de beste plaats eenmaal gevonden is, vervangt de arts de naald door een elektrode, dit is een dun metalen draadje. Vervolgens creëert hij/zij een plek waar het koppelstuk wordt achtergelaten, hierop wordt indien de test gunstig uitpakt de neuromodulator aangesloten en geplaatst. Hiervoor maakt de arts een insnede van enkele centimeters ter hoogte van de rechter- of linkerbovenkant van de bil. Deze plek is eerder met u afgesproken. De arts sluit een verlengkabel aan.

De onderrug wordt afgeplakt met speciale pleisters die de gehele testperiode blijven zitten. U mag altijd pleisters bijplakken, maar geen pleisters eraf halen. Indien dit toch nodig is moet de operateur dit doen of een ander persoon die bekend is met deze ingreep (dus niet de huisarts). Anderen weten immers niet wat er zich exact bevindt onder de pleisters en dit is belangrijk bij het vervangen.
Nadat u zich heeft aangekleed, sluit de arts de elektrode aan op een tijdelijke stimulator. Dit is een klein kastje dat u aan bijvoorbeeld uw broekriem vastmaakt of in uw broekzak stopt. U draagt de stimulator altijd bij u en heeft hem altijd aan staan. De stumulator geeft stroompjes af en stimuleert de zenuw. De arts leg uit hoe de stimulator werkt. De ingreep duurt ongeveer een uur.

De tweede fase: eind van de testperiode, begin van de blijvende behandeling
Na de afloop van de testperiode volgt altijd een tweede ingreep. Het wordt pas tijdens de testperiode bekend wat er tijdens de tweede ingreep gebeurt. Daarbij zijn er twee mogelijkheden: 1: verwijdering van het testsysteem of 2: plaatsing van de neuromodulator.
1: Verwijdering van het testsysteem
Als tijdens de testperiode uw klachten onvoldoende zijn verminderd of gelijk zijn gebleven, verwijderen wij de geplaatste draad en het koppelstuk. Dit duurt ongeveer 20 minuten. U houdt een litteken van enkele centimeters en twee kleinere littekens, die kleiner zijn dan 1 centimeter.
2: Plaatsing van de neuromodulator
Als tijdens de testperiode blijkt dat u baat heeft bij de behandeling met sacrale neuromodulatie, plaatst de arts tijdens de tweede ingreep de definitieve neuromodulator. Tijdens deze ingreep zoekt de arts het koppelstuk op en wordt de neuromodulator aangesloten op de elektrodedraad. De arts verwijdert de kabel die naar het besturingskastje loopt.
Dit duurt ongeveer 40 minuten.

Complicaties
Zoals bij elke ingreep is er kans dat een (na)bloeding optreedt. Daarnaast is er ook een risico op wondinfectie. Er is ook een kans aanwezig dat de eerste operatie niet (goed genoeg) lukt, waardoor de testperiode niet kan plaatsvinden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de sacrale zenuw niet goed reageert op het stroompje dat wordt gegeven.
Weer thuis
U krijgt na de ingreep een formulier mee waarin staat waar u thuis rekening mee moet houden. Ook krijgt u een apart patiënteninformatieblad (deel 3) mee dat gaat over de testperiode.
Wachtlijst
Er is een wachtlijst voor sacrale neuromodulatie. De wachttijd wisselt regelmatig en bedraagt meestal tussen de 1 en 3 maanden. Vraag uw arts om actuele informatie.
Contact
Deze tekst is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. U dient de informatie in deze folder niet als vervangend medisch advies te beschouwen. Neem voor vragen of extra informatie contact op met de polikliniek Urologie:
T: 043-387 74 00
E: poli.urologie@mumc.nl
Wanneer zich na de operatie thuis problemen voordoen, neem dan overdag contact op met de polikliniek Urologie via bovenstaand nummer.
’s Avonds of in het weekend belt u met de
Spoedeisende Hulp (SEH). Vraagt u naar de dienstdoende uroloog:
T: 043-387 67 00.