


Folder
Hematologie: Stamceltransplantatie met eigen stamcellen
Autologe stamceltransplantatie
Wat kunt u verwachten?
In overleg met uw arts is ervoor gekozen om uw ziekte te behandelen met een stamceltransplantatie met eigen stamcellen. Dat heet een autologe stamceltransplantatie. Uw behandelaar bespreekt uw persoonlijk behandelplan met u.
In deze folder krijgt u algemene informatie over een stamceltransplantatie met eigen stamcellen. Lees deze informatie goed door. Als u daarna nog vragen heeft, stel ze dan gerust aan uw behandelteam.
Stamceltransplantatie met eigen stamcellen
Stamcellen zijn onrijpe bloedcellen die ontstaan in het beenmerg. Het zijn de moedercellen van alle cellen in het bloed en ze ontwikkelen zich tot rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Bij een stamceltransplantatie brengen we gezonde, bloedvormende stamcellen in uw bloedbaan (transplanteren). Deze stamcellen nemen we van tevoren bij uzelf af.
Bij een stamceltransplantatie met eigen stamcellen krijgt u, na een hoge dosis chemotherapie, uw eigen stamcellen terug. Deze chemotherapie ruimt kankercellen op, maar kan ook gezonde stamcellen in het beenmerg kapot maken. Daardoor stopt de aanmaak van volwassen bloedcellen.
Waarvoor dienen de volwassen bloedcellen?
- De witte bloedcellen (leucocyten) zijn onmisbaar voor de afweer tegen ziekteverwekkers.
- De rode bloedcellen (erytrocyten) brengen zuurstof naar de weefsels in uw lichaam.
- De bloedplaatjes (trombocyten) laten het bloed stollen bij verwondingen.
De volwassen bloedcellen zijn onmisbaar en daarom krijgt u na de chemotherapie uw eigen stamcellen terug. Deze stamcellen kunnen dan weer uitgroeien tot volwassen bloedcellen. Dit noemen we een autologe stamceltransplantatie. De stamcellen hebben geen taak bij het opruimen van de kankercellen. Dat doet de chemotherapie.
De autologe stamceltransplantatie kan gericht zijn op genezing van de kanker (curatief). Maar wordt ook gebruikt om de ziekte tijdelijk terug te dringen (palliatief). Het doel van de behandeling is met u besproken.
In de regio Zuidoost Nederland voert alleen het Maastricht UMC+ (MUMC+) deze behandeling uit.
Kwaadaardige ziekten waarbij deze behandeling wordt toegepast zijn:
- multipel myeloom
- non-hodgkin lymfoom
- hodgkin lymfoom
- acute myeloïde leukemie
Daarnaast wordt deze behandeling soms gebruikt bij patiënten met een andere vorm van kanker of bij ziektes waarbij er een probleem is met het afweersysteem (auto-immuunziektes).
Geïnformeerde toestemming geven voor uw behandeling
Een behandeling kan pas gebeuren als u hiervoor toestemming geeft. Een stamceltransplantatie is een zware behandeling waarmee u heel duidelijk akkoord moet gaan. U krijgt eerst informatie over de behandeling en bespreekt dit met uw arts. Als alles duidelijk is en uw vragen zijn beantwoord, dan vragen we uw toestemming.
Wij gebruiken hiervoor een formulier dat u moet ondertekenen. Daarmee geeft u aan dat u tevreden bent over de informatie die u kreeg over uw medische behandeling. Dit wordt ook wel geïnformeerde toestemming genoemd (informed consent).
Ook willen we de behandeling voor toekomstige patiënten verbeteren. Daarom verzamelen we verschillende gegevens van de behandeling, zoals bijvoorbeeld het ziektebeeld. De gegevens van de ziekenhuizen in heel Europa worden opgeslagen in een veilige database. Deze gegevens zijn dan niet meer naar u terug te brengen. Deze gegevens worden alleen gebruikt om de patiëntenzorg en de behandeling te verbeteren. Na ondertekening van het formulier geeft u toestemming voor het verwerken van deze gegevens. Hierbij volgen we de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Toestemmingsformulier voor behandeling en delen van data
Voorbereiding van uw behandeling
Voor de stamceltransplantatie met eigen stamcellen zijn een paar voorbereidende onderzoeken nodig. Ook moeten de stamcellen verzameld worden uit uw bloed.
De voorbereiding duurt meestal 4 tot 6 weken. Hoe lang dit bij u duurt, hangt af van uw ziekte.
Medische onderzoeken
Een stamceltransplantatie met eigen stamcellen is een zware behandeling. Uw behandelteam moet daarom weten hoe goed uw lichamelijke conditie is en of u eventuele lichamelijke beperkingen heeft. Daarom heeft u eerst een gesprek met een van uw behandelaars.
Daarna volgt een uitgebreid lichamelijk onderzoek. Als dat nodig is, krijgt u extra onderzoeken. Zoals bijvoorbeeld een beenmergafname, bloedonderzoek of een hartfilmpje.
Verzamelen en afnemen van de stamcellen
Om uw eigen stamcellen terug te krijgen worden deze eerst uit uw bloed gehaald. Daarna worden ze ingevroren en tijdelijk opgeslagen.
Het afnemen van stamcellen heet 'aferese'. Dit gebeurt op de Dialyse-afdeling van het ziekenhuis.
In het patiënteninformatieblad ‘Perifere stamcelafname’ kunt u uitgebreider lezen hoe dit gaat.
Opname in het ziekenhuis
U wordt opgenomen op verpleegafdeling A5 in het Maastricht UMC+. Omdat een stamceltransplantatie uw afweersysteem stil legt, is er een grote kans op infecties. Daarom krijgt u uw behandeling op een afdeling die extra goed wordt schoongehouden, geventileerd en gecontroleerd.
De opname bestaat uit de volgende fasen: voorbehandeling, stamceltransplantatie, dip en herstel.
Voorbehandeling (conditionering)
Op de dag van uw opname krijgt u, als u deze nog niet heeft, een centraal veneuze katheter. Dit is een slangetje dat in een groot bloedvat in de hals wordt ingebracht. Via deze katheter krijgt u de chemotherapie, stamcellen en vocht.
Wilt u meer informatie over de katheter? Lees dan het patiënteninformatieblad ‘Centraal veneuze katheter inbrengen’ en ‘Centraal veneuze katheter verzorgen’.
De dag na uw opname begint de hoge dosis chemotherapie. Dit heet de conditionering. Meestal (maar niet altijd) wordt de chemotherapie over een paar dagen verspreid. Per ziekte kan de samenstelling, de dosering en de duur van de chemotherapie verschillen.
Sommige patiënten krijgen ook bestraling.
Veel voorkomende bijwerkingen van de voorbehandeling zijn:
- misselijkheid
- braken
- verminderde eetlust
- diarree of verstopping.

Stamceltransplantatie (reïnfusie)
Na een rustdag krijgt u uw eigen stamcellen terug. Dit is de stamceltransplantatie, ook wel reïnfusie genoemd. Uw partner of naasten mogen bij de stamceltransplantatie erbij zijn. De tijd van toediening is vaak vooraf bekend. U kunt dit navragen bij uw behandelteam op de afdeling.
De dag van de stamceltransplantatie wordt dag 0 (nul) genoemd. De stamcellen zitten in één of meerdere kleine zakken, die vóór de toediening ontdooid zijn. De inhoud van de zakjes heeft een rode kleur, omdat er ook rode bloedcellen in zitten. De stamcellen komen via de centraal veneuze katheter in de hals direct in uw bloed terecht. Als u ooit een bloedtransfusie heeft gehad, dan is dit vergelijkbaar.
Meestal verloopt de stamceltransplantatie zonder complicaties. Door het bewaarmiddel waarin de stamcellen worden ingevroren, is er een kans op een allergische reactie. Bijvoorbeeld misselijkheid, braken of benauwdheid. We houden u daarom goed in de gaten. U krijgt voor de transplantatie via het infuus medicijnen die de kans op een allergische reactie verminderen.
De transplantatie duurt een half uur tot 2 uur. Dit hangt af van eventuele bijwerkingen en het aantal zakken met stamcellen die u toegediend krijgt. Gemiddeld duurt het 1 à 2 dagen voordat de stamcellen zich in het beenmerg hebben genesteld.
Dip
De fase hierna heet de dip. Dit is zowel letterlijk als figuurlijk bedoeld. Alle bloedcellen nemen in aantal af. Dat heet 'dippen'. Als er te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes overblijven, krijgt u een of meerdere bloedtransfusies.
De witte bloedcellen kunnen niet worden aangevuld. Er blijven er heel weinig over. Maar na een tijdje ontwikkelen zich nieuwe witte bloedcellen vanuit de toegediende stamcellen. Zolang uw afweersysteem nog niet goed werkt, bent u kwetsbaar. U bent dan nog niet voldoende beschermd tegen virusinfecties. U kunt dan een verkoudheid of bijvoorbeeld gordelroos krijgen. Daarom moet u in de eerste periode na de stamceltransplantatie beschermende medicatie slikken.
Ook in de rest van het lichaam is er vaak een duidelijke dip door schade aan cellen die zich snel delen. Dit zijn vooral cellen in het slijmvlies van bijvoorbeeld de mond, maag en darmen. Ook haarcellen zijn snel delende cellen.
Belangrijke bijwerkingen in deze fase kunnen zijn:
- infecties
- diarree
- pijn in de mond
- vermindering van uw conditie.
Herstel
Het duurt ongeveer 2 weken voordat een stamcel uitgegroeid is tot een volwassen bloedcel. Vaak ontvangt u na de transplantatie groeihormonen (G-CSF) om de groei van de stamcellen te versnellen. Wanneer er voldoende witte bloedcellen in uw bloed zitten, is dit het einde van de dip en het begin van het herstel. Dit is vaak heel duidelijk merkbaar, omdat klachten aan de slijmvliezen van het maag- darm stelsel op dat moment snel verminderen.
Na 3 tot 5 weken zijn de meeste mensen voldoende hersteld om naar huis te gaan. Het kan zijn dat u eerder naar huis mag. Het kan ook zo zijn dat u wordt opgenomen in het ziekenhuis in uw eigen regio of wordt overgeplaatst naar het verwijzende ziekenhuis. Uw behandelaar bespreekt dit met u.

Nazorg
Een stamceltransplantatie is een behandeling met een lang nazorgtraject. Zeker in het begin komt u regelmatig voor controle op de poli Oncologie. Bij het ontslag uit het ziekenhuis krijgt u leefregels mee voor voeding, hygiëne en contact met anderen. Na uw ontslag uit het ziekenhuis bent u nog niet de oude. Het herstel gaat misschien langzamer dan u had verwacht. Dat is niet ongewoon.
Veel voorkomende klachten in de eerste maanden zijn:
- vermoeidheid
- verminderde concentratie
- verkoudheden.
Controles op de polikliniek
In de eerste maanden na de transplantatie is de aandacht vooral gericht op het herstel van uw afweersysteem. Bij elke controle zal de arts kijken naar mogelijke klachten. Er wordt een bloedonderzoek gedaan om te controleren of de stamcellen voldoende rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes aanmaken. Soms is een transfusie met rode bloedcellen of bloedplaatjes nodig.
Wat kunt u meenemen bij opname in het ziekenhuis?
- Ondergoed
- Nachtkleding
- Kleding voor overdag
- Sportkleding of kleding waarin u zich makkelijk kunt bewegen
- Stevige schoenen, sportschoenen en afwasbare slippers
- Rollator of stok (als u deze thuis ook gebruikt)
- Hoortoestel of bril (als u deze thuis ook gebruikt)
- Toiletartikelen: pH-neutrale verzorgingsproducten en fluoride tandpasta (tandenborstels krijgt u op de afdeling)
- Alle medicijnen die u thuis gebruikt en een actueel medicatie-overzicht van uw apotheek
- Persoonlijke dingen, zoals foto’s of een wekker
- Vrijetijdsmateriaal, bijvoorbeeld: boeken, puzzels, spellen, handwerkmateriaal, kranten, tijdschriften, laptop, tablet, smartphone of e-reader. Dit materiaal moet schoon en stofvrij zijn. Boeken van de bibliotheek mag u niet meebrengen.
Wat laat u thuis (i.v.m. hygiëne):
- pluche knuffels
- pantoffels
- eigen hoofdkussen. Als u toch uw eigen hoofdkussen mee wilt nemen, kunt u dit melden aan de verpleegkundige. Er worden dan twee kussenslopen gebruikt die we iedere dag vervangen.
Alles wat u van thuis mee neemt, moet schoon zijn. Wij raden u aan om waardevolle bezittingen zoals een grote hoeveelheid geld, waardevolle papieren en sieraden thuis te laten. U krijgt uw eigen kluisje in de kledingkast. Als ziekenhuis zijn wij niet verantwoordelijk voor vermissing, beschadiging of diefstal van geld, sieraden of andere persoonlijke spullen.

Contact
Wij realiseren ons dat u een ingrijpende behandeling ondergaat. Als stamceltransplantatieteam hopen wij dat we u zo goed mogelijk kunnen ondersteunen, informeren en verzorgen. Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel ze dan aan uw behandelteam.
Onze contactgegevens zijn:
Werkdagen (8.30-17.00 uur)
Poli Oncologie: telefoonnummer 043-387 64 00
Stamceltransplantatiecoördinatoren: telefoonnummer 043-387 50 09
Dagcentrum Interne Ziekten: telefoonnummer 043-387 42 50
Avond-, nachturen, weekenden en feestdagen
Verpleegafdeling A5 Hematologie & Oncologie: telefoonnummer 043-387 65 10 of 043-387 45 10
Websites
Op deze websites vindt u nog meer informatie: