Mumc+ foto online folders

Folder

Rug: PLIF Spondylodese-operatie

PLIF: Posterieure Lumbale Intercorporele Fusie

U krijgt een PLIF-operatie. Deze operatie noemen we ook wel spondylodese of vastzetten van de lage rug.
In deze folder leest u meer over deze operatie en over de zorg daarna.

Waarom deze operatie?

De reden voor deze operatie kan zijn dat u rugpijn of zenuwpijn () in de benen heeft. Deze pijn kan komen doordat één of meer ruggenwervels onderin uw rug te veel kunnen bewegen of zijn verschoven. Daardoor kunnen zenuwen knel zitten ().

Doel van de operatie

Met de operatie geven we de zenuwen in uw rug genoeg ruimte. en we zetten een paar wervels in de goede stand aan elkaar vast. Het doel van de operatie is dat u minder uitstralende () pijn in uw benen heeft. Uw rugpijn kan ook minder worden, maar dit gebeurt niet bij alle patiënten.

Röntgenfoto
Röntgenfoto van de zijkant van de wervelkolom; te zien is dat de onderste lendenwervel naar voren is verschoven ten opzichte van het heiligbeen.

Voorbereiding op de operatie

Als u met uw arts besluit om deze operatie te laten doen, komt u op de wachtlijst () .

Gebruikt u bloedverdunners? Dan moet u daarmee stoppen vóór de operatie. Bespreek dit met uw behandelend arts. 

De operatie wordt gedaan door een ervaren team bestaande uit een orthopedisch wervelkolomchirurg en een neurochirurg. In het operatieteam zit soms ook een arts in opleiding tot specialist. Heeft u een voorkeur voor een bepaalde chirurg of team? Vertel dit dan aan uw behandelend arts.

U krijgt een aantal afspraken om u voor te bereiden op de ingreep. Als u wilt, proberen we om al deze afspraken op 1 dag te doen. 

Opname en operatie

Op de dag voor de operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling Orthopedie C4. Informatie over de afdeling vindt u op de website Orthopedie (orthopedie.mumc.nl/verpleegafdelingen).

Het is belangrijk dat u voor de eerste 24 uur uw eigen medicijnen meeneemt.

De operatie gebeurt onder algehele verdoving (narcose) en duurt 2 tot 3 uur.

Na 1 tot 2 jaar zijn het bot en de vastgezette wervels helemaal aan elkaar vast gegroeid. De schroeven en staven zijn daarna niet meer nodig, maar kunnen gerust blijven zitten.

 

Het geplaatste kooitje
De naar voren geschoven wervel is teruggetrokken en vastgezet met schroeven en staven. Tussen de wervels is het kooitje geplaatst gevuld met bot (witte markeringstrepen).

Na de operatie

Na de operatie blijft u een aantal dagen in het ziekenhuis.

Pijnstilling
Tijdens de operatie heeft u een pompje op uw infuus gekregen. Hierin zit morfine. Met dit pompje kunt u zichzelf in de eerste dagen na de operatie pijnstilling geven. Van de morfine kunt u misselijk worden of last van krijgen van verstopte darmen. Om dit te voorkomen, krijgt u zakjes Movicolon. Dit zijn vezels die de poep zachter maken.

Wanneer u het pompje met morfine niet meer nodig heeft, krijgt u tabletten tegen de pijn.

Eten en drinken
Wanneer u zich goed voelt, kunt u voorzichtig weer beginnen met drinken en daarna met eten. Dit gaat in overleg met de zaalarts.

Bewegen
U mag na de operatie zo snel mogelijk uit bed.

Wond
De wond is gehecht met oplosbare hechtingen en is afgedekt met steriele strips. Deze laten na een tijdje vanzelf los.

Naar huis
Na 3 tot 5 dagen mag u naar huis:  

  • als de wond droog is
  • als u niet misselijk bent
  • als u heeft gepoept en zonder hulp naar het toilet kunt als u veilig kunt traplopen

Weer thuis

Wanneer u weer thuis bent, gaat u langzaam herstellen. Het is belangrijk dat u de signalen van uw lichaam serieus neemt. In het begin heeft u last van spierpijn en wondpijn. Dit is normaal. U kunt ook tintelingen en prikkelingen in uw been voelen. Voelt u na een activiteit een felle, scherpe, uitstralende pijn vanuit de rug naar het been? Dan heeft u te veel gedaan. Doe het een tijdje rustiger aan. Dan verdwijnt de uitstralende pijn weer.

Belasting en belastbaarheid
Wat u van uw lichaam vraagt noemen we ‘belasting’. Wat uw lichaam aankan, noemen we ‘belastbaarheid’. Het is belangrijk dat u tijdelijk minder van uw lichaam vraagt dan voor de operatie. Uw belastbaarheid kan soms door invloeden van buitenaf lager zijn. Bijvoorbeeld door stress of door deze operatie. Uw lichaam moet weer wennen aan normale dagelijkse activiteiten. Door de belasting langzaam op te bouwen, wordt uw belastbaarheid weer groter.

Als u een keer te veel doet, is de belasting te hoog en kunt u klachten krijgen. Daar hoeft u niet van te schrikken. Doe dan weer wat minder en probeer het over een paar dagen nog eens. Zo bent u de komende tijd bezig om te herstellen.

Adviezen

Liggen. Af en toe gaan rusten is ontspannend voor uw rug en spieren. Wissel rust en activiteit steeds af, waarbij u geleidelijk aan steeds actiever wordt en minder hoeft te rusten.

Zitten. Zitten is belastend voor de rug. Het is verstandig om de tijd dat u zit heel rustig op te voeren, waarbij het zitcomfort belangrijk is. Een goede stoel heeft een hoge, licht achterover hellende rugleuning en geeft steun in de lendenen. De voeten moeten op de grond staan

Lopen. Lopen is goed om uw conditie te verbeteren. Kijk zelf wat haalbaar is. Wissel lopen en rusten goed af. En onthoud: spierpijn mag, mits deze na een nachtrust minder is.

Tillen. Let in de herstelfase op met tillen. Niet te vaak en niet te zwaar. Let bij het tillen goed op uw houding. Ga dicht bij het voorwerp staan en houd het dicht bij uw lichaam. Let op: niet bukken, maar optillen met een rechte rug en gebogen knieën.

Seks. Vrijen hoeft geen probleem te zijn. U kunt geleidelijk aan alles weer doen en uitproberen zolang dit geen aanhoudende toename van pijn geeft.

Fietsen. Zodra u probleemloos kunt traplopen, mag u het fietsen weer gaan uitproberen. Begin rustig, ga niet meteen het drukke verkeer in.

Autorijden. Begin niet te snel weer met zelf auto te rijden. Wanneer u zonder problemen weer een tijd kunt zitten, dan kunt u proberen weer zelf te rijden. Uw zithouding in de auto is belangrijk. Begin met kleine stukjes in een rustige omgeving. Vraag bij uw verzekeraar na of u vlak na de operatie verzekerd bent om te rijden.

Zwemmen. Als u gewend was om te zwemmen en u hebt het gevoel dat dit weer kan, probeer het dan rustig uit. U mag pas gaan zwemmen als de wond volledig dicht is, zodat er geen infectie kan ontstaan. Begin met ontspannen bewegen en lopen in het water en bouw dit uit naar gewoon zwemmen. Probeer de diverse zwemslagen uit en voer de afstand geleidelijk op. Let op de signalen van uw rug en pas de inspanning daarop aan.

Huishoudelijke activiteiten. Wanneer u zich weer goed kunt redden met alle dagelijkse dingen, dan mag u starten met lichte huishoudelijke activiteiten zoals stoffen, afwassen of strijken. Breid dit geleidelijk uit, waarbij u steeds goed let op uw houding en de signalen van uw rug. Werk waarbij u steeds moet bukken en draaien (stofzuigen, dweilen), zijn zwaar voor uw rug. Het is verstandig om dit soort werk voorlopig niet te doen.

Sporten. Kunt u alle dagelijkse dingen weer doen en is uw basisconditie weer goed genoeg? Dan kunt u eventueel weer rustig aan gaan sporten. Het eerste jaar na de operatie raden we contactsporten en sporten met hoge snelheid af. Met sporten zoals voetbal en skiën kunt u het beste wachten tot na het eerste jaar.

Mogelijke complicaties

Er is een kans dat u na een PLIF-operatie te maken krijgt met:

Bloedverlies
Tijdens de operatie wordt uw eigen bloed opgevangen en teruggegeven. Is er te weinig eigen bloed? Dan kan het nodig zijn dat u donorbloed krijgt via een bloedtransfusie.

Trombose
Trombose is een bloedprop die een ader helemaal of voor een deel kan afsluiten. Om dit te voorkomen, zet u 6 weken lang elke dag een spuitje met een antistollingsmiddel. De verpleegkundige leert u dit zelf te zetten, onder de huid () . Als u of iemand in uw omgeving geen spuiten kan zetten, meld dit dan bij ons. Dan regelen wij thuiszorg. () 

Ontsteking
Na elke operatie is er een kleine kans op een ontsteking. Om dit risico te kleiner te maken, krijgt u tijdens en na ()de operatie antibiotica () .

Beschadiging van een zenuw
Tijdens de operatie kan een zenuw beschadigd raken. Hierdoor kan uitval van gevoel of van een (deel van een) spiergroep ontstaan. Deze uitval kan tijdelijk of heel soms blijvend zijn.

Lekken van hersenvocht
In het wervelkanaal zit hersenvocht rondom het ruggenmerg en de zenuwen. Soms kan dit vocht gaan lekken. Normaal gesproken kunnen we dit al tijdens de operatie oplossen.
U kunt na de operatie hoofdpijn hebben en moet 1 tot 2 dagen plat in bed blijven liggen. Heel soms blijft hersenvocht ook na de operatie lekken. Dan krijgt u een slangetje (drain) dat het vocht weghaalt.

Loslaten of breken van schroef of staaf
Het is mogelijk dat een van de schroeven of staven breekt of loslaat uit het bot. Dan is soms een hersteloperatie nodig.

Nog pijn
Ook als de operatie goed gaat, is het mogelijk dat u last blijft houden van pijn of een beperking ().

Extra risico
De kans op complicaties is groter als u rookt, overgewicht heeft of een slechte conditie heeft. Probeer voor de operatie te stoppen met roken en blijf in beweging.

Wanneer moet u ons waarschuwen?

Neem meteen contact op met het ziekenhuis:

  • als de operatiewond gaat lekken
  • als de operatiewond rood en dik wordt of veel meer pijn gaat doen
  • als u koorts krijgt van 38,5o C of meer
  • als uw kuit dik, pijnlijk, stijf of rood wordt 

Maandag tot en met vrijdag overdag: 
Poli Orthopedie     043 387 69 00

’s Avonds en in het weekend: 
Spoedeisende Hulp (SEH)      043 387 44 30 of 043 387 64 30

Belt u de Spoedeisende Hulp? Vraag dan naar de orthopedisch arts die dienst heeft.

Contact

Contact 
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem dan contact op met:

Verpleegkundige van het Spine-centrum () 
voor rug patiënten:
     
Telefoonnummer  043 387 65 43, vraag naar sein 6751

Ook uw behandelend arts kan uw vragen beantwoorden. 

Websites

Laatst bijgewerkt op 15 november 2023. Bekijk de meest actuele versie van deze folder op: info.mumc.nl/pub-742